Onderzoekers van de Universiteit Maastricht maken zich grote zorgen om het grote aantal Limburgse baby’s met een aangeboren afwijking. Uit onderzoek blijkt namelijk dat het gemiddeld aantal kinderen met een mogelijk levensbedreigende afwijking of chronische aandoening daar hoger ligt dan elders in het land. Dat meldt de Limburger.
Jaarlijks komen er zo’n achtduizend baby’s ter wereld in Limburg, waarvan driehonderd met een aangeboren afwijking. In de provincie heeft 3,84 procent van de baby’s hiermee te maken, terwijl het landelijk gemiddeld op 2,84 procent ligt.
“Dit is alarmerend. Het gaat om potentieel levensbedreigende afwijkingen of levenslange aandoeningen. Hier kun je niet bij stil zitten, hier moet iets aan gebeuren, want ieder kind verdient een goed begin”, zegt epidemioloog Luc Smits van de Universiteit Maastricht.
De onderzoekers keken met name naar afwijkingen in het hart, de nieren, urinewegen en genitaliën. Allemaal organen die zich vroegtijdig ontwikkelen De onderzoekers startten het onderzoek met het bekende gegeven dat Limburgers, ook Limburgse kinderen, een slechtere gezondheid hebben. Daar vinden ook meer vroeggeboortes plaats en hebben meer kinderen een te laag geboortegewicht.
Wat onderzoeker Smits zich nu afvraagt, is hoe het kan dat in de provincies Groningen en Drenthe minder aangeboren afwijkingen voorkomen, terwijl daar evenveel armoede en overgewicht voorkomt. Hij zoekt het nu bij eventuele milieufactoren. Smits gaat daarom verder met het onderzoek, waarbij hij ook gegevens wil opvragen bij ouders van kinderen met één van de onderzochte afwijkingen.
Door: Redactie Nationale Zorggids