Naar verwachting zal het aantal vrouwen dat een erfelijkheidstest doet toenemen zodra de niet-invasieve prenatale test (NIPT) voor iedereen beschikbaar wordt gesteld. Er zijn veel ethische overwegingen die een vrouw of een stel ertoe doen bewegen om deze test af te nemen. Informatie over de test dient neutraal en uitgebalanceerd aan de vrouw te worden voorgelegd, voordat zij de NIPT laat uitvoeren. Zij kan zo een weloverwegen, op waarden, wensen en mogelijkheden gebaseerde, beslissing nemen over de test. Dat vindt Neeltje Crombag, onderzoeker in het UMC Utrecht, meldt de KNOV.
Uit het onderzoek van Crombag blijkt dat veel vrouwen hun zwangerschap niet willen afbreken als blijkt dat zij een kind met downsyndroom dragen. Ook vrouwen die de NIP-test zouden doen, vinden het niet vanzelfsprekend om hun zwangerschap te beeïndigen als blijkt dat ze zwanger zijn van een downkindje. Tijdens de onderzoeksperiode van Crombag was de combinatietest, de huidige onveiligere en onbetrouwbaardere test, gratis voor vrouwen boven de 36 jaar. Jongere vrouwen leken zich daardoor niet aangesproken te voelen om de test überhaupt te doen.
Of de uiteindelijke besluitvorming afhankelijk is van de test, beoordeelde Crombag door de combinatietest te vergelijken met de NIP-test. Uit deze vergelijkende test bleek dat vrouwen die nu besluiten niet deel te nemen aan de combinatietest waarschijnlijk wel de NIPT zou willen doen. Met name omdat deze veiliger is voor het ongeboren kindje, maar ook omdat laatstgenoemde veel betrouwbaarder blijkt te zijn. De ethische dilemma's die komen kijken bij de NIPT blijven hetzelfde als bij de combinatietest. Vrouwen zullen naar verwachting dan ook niet zomaar deelnemen aan de test. “Het is van belang dat als de NIPT in plaats van de combinatietest aangeboden gaat worden, dit geen routineonderdeel wordt van de prenatale zorg, maar aangeboden wordt op een manier die aanstaande ouders in staat stelt een goed geinformeerde en autonome keuze te kunnen maken”, concludeert Crombag.
©Nationale Zorggids