Tijdens de Algemene Ledenvergadering van de KNOV stemden 989 verloskundigen tegen de Zorgstandaard Integrale Geboortezorg, slechts veertien leden stemden voor. De leden vinden dat er onvoldoende of geen onderbouwing is dat gezamenlijke verantwoordelijkheid van verloskundigen en andere zorgprofessionals zoals gynaecologen betere uitkomsten geeft voor moeder en kind. Dat meldt de KNOV.
De Zorgstandaard is mede ontwikkeld door de KNOV. Hierin staat dat een integrale, multidisciplinaire aanpak beter is voor de nieuwe moeder en het pasgeboren kind. De KNOV is voor een samenwerking, maar vreest dat het zal leiden tot een toename in medicalisering. Dit zou de keuzevrijheid van de vrouw kunnen beperken door bijvoorbeeld: minder zorg op maat, meer kans op interventies en minder kans op keuzevrijheid waar te bevallen.
“De KNOV is voorstander van een goede samenwerking met als doel om de geboortezorg verder te verbeteren. De beste zorg aan moeder en kind staat voor verloskundigen voorop. We zien dat daar door verloskundigen en gynaecologen hard aan wordt gewerkt. En dat zien we terug in de babysterftecijfers die al jaren dalen”, zegt KNOV-voorzitter Linda Rentes. Volgens Rentes kan de Zorgstandaard wel goed gebruikt worden om zorg in de regio in te richten, want er is veel aandacht voor preventie, voorlichting en de aanpak van kwetsbare zwangere vrouwen.
De verloskundigen maken zich zorgen over de verdeling van de eindverantwoordelijkheid. In de Zorgstandaard staat namelijk dat het geboortezorgteam gezamenlijk verantwoordelijk is voor alle zwangere vrouwen. Daar valt ook het risicoselectiebeleid van gezonde zwangere vrouwen onder. De KNOV ziet de verloskundige als de specialist als het gaat om het bewaken en bevorderen van een normale zwangerschap en geboorte. Zij schatten de complicaties van de risico's in. Volgens de organisatie is het juridisch niet mogelijk gezamenlijk eindverantwoordelijk te zijn. Iedere professional is verantwoordelijk voor zijn eigen taken. Dit heeft de KNOV laten uitzoeken door het College Perinatale Zorg.
©Nationale Zorggids