De Tweede Kamer heeft een zevental moties aangenomen waarin beslissingen genomen worden over lezen en voorlezen aan kinderen. Er is onder meer besloten dat lezen en voorlezen structurele aandachtspunten worden voor consultatiebureaus. De zogenoemde doorgaande leeslijn wordt verder versterkt. Alle kinderen komen vanaf hun geboorte tot hun 18e levensjaar – vanaf het eerste bezoek aan consultatiebureaus, via het basis-, voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs – ononderbroken in aanraking met lezen en leesbevordering. Dit meldt Stichting Lezen.
“Door deze maatregelen kunnen we de professionals op consultatiebureaus en op scholen nog beter toerusten om alle kinderen (voor-) te laten lezen”, stelt Gerlien van Dalen, directeur van Stichting Lezen. Voorlezen en lezen worden niet alleen een structureel onderdeel van het beleid op consultatiebureaus, maar ook op het middelbaar beroepsonderwijs. Lerarenopleidingen nemen lezen en leesbevordering ook op in het curriculum.
De maatregelen kunnen structureel bijdragen aan het terugdringen van taalachterstanden en het versterken van de leesvaardigheid bij kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar, aldus Van Dalen. “Met het aannemen van deze moties wordt laaggeletterdheid aangepakt bij de wortel. Zo voorkom je dat kinderen school met een leesachterstand verlaten: een achterstand die later nauwelijks in te halen valt."
Uit eerdere onderzoeken blijkt dat baby's die van jongs af aan voorgelezen worden beter zijn in taal en dat laaggeletterden slechter af zijn wat gezondheid betreft dan niet-laaggeletterden.
© Nationale Zorggids