Normal_hielprikje_voetje_baby_geboorte

De hielprikscreening waarmee alle ouders in Nederland hun pasgeboren baby kunnen laten testen op bepaalde ernstige aandoeningen, bestaat dit jaar veertig jaar. Met de hielprik worden jaarlijks zo’n 200 kinderen met een aandoening opgespoord die anders misschien zouden zijn overleden of ernstig gehandicapt zouden zijn. Baby's krijgen een hielprik in de eerste week na hun geboorte. Dat schrijft het RIVM.

De hielprikscreening is hiermee een van de langst lopende landelijke screeningsprogramma’s in de publieke gezondheidszorg. Bij dit jubileum verschijnt het boek ‘Veertig jaar Hielprikscreening in Nederland’ waarin grondleggers en experts van de screening aan het woord komen over verleden en heden van deze bijzondere aanpak. De presentatie vindt plaats tijdens het symposium ‘Veertig jaar Hielprikscreening in Nederland’ op donderdag 11 september 2014 bij het RIVM in Bilthoven.

Nederland startte in 1974 met screening op de stofwisselingsziekte PKU (fenylketonurie). Door betere testen en behandelingsmethoden kon het programma steeds verder worden uitgebreid. Tot 2007 werd op drie aandoeningen gescreend. Daarna werd het programma sterk uitgebreid. Op dit moment test de hielprikscreening op achttien aandoeningen, waaronder stofwisselingsproblemen, afwijkingen aan de schildklier of bijnier, taaislijmziekte en sikkelcelziekte.

© Nationale Zorggids