Normal_zwanger_2

Verloskundige zorg aan niet-westerse vrouwen kan door belemmeringen zoals een taalbarrière of gebrek aan kennis over het zorgsysteem moeizaam verlopen. Verloskundigen moeten tijdens hun opleiding beter voorbereid worden op de aanpak en het oplossen van deze problemen. Dit blijkt uit onderzoek van onder andere het NIVEL. 

In 2010 droegen niet-westerse vrouwen met 17,4% bij aan het totale aantal geboorten in Nederland. Bijna de helft hiervan vond plaats in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Verloskundigen krijgen vaak te maken met cliënten met een andere culturele achtergrond, die zich over het algemeen relatief laat in de zwangerschap aanmelden voor verloskundige zorg. 
 
Cultuurverschillen
Over hoe verloskundigen omgaan met deze belemmeringen en problemen was tot nu toe weinig bekend. Verloskundigen geven aan dat de zorg voor niet-westerse vrouwen extra inspanning kan eisen maar ook voldoening geeft. Mogelijke problemen hebben betrekking op taalbarrières, onbekendheid met het Nederlandse zorgsysteem, sociaal economische problemen, verschillen van opvatting over de rol van de familie en een voorkeur voor artsen. Bij niet-westerse vrouwen die in Nederland zijn geboren, de tweede generatie, spelen deze problemen minder dan bij de eerste generatie. 
 
Praktische oplossingen
In de praktijk spannen verloskundigen zich in om ondanks de belemmeringen toch optimale zorg te leveren. Er wordt veel geïmproviseerd, door bijvoorbeeld gebruik te maken van een tolk of met  het verstrekken van extra informatie. Toch is de kwaliteit van de verloskundige zorg aan niet-westerse vrouwen volgens de onderzoekers te verbeteren door tijdens de opleiding verloskunde en in bijscholingsprogramma’s voor verloskundigen meer aandacht te besteden aan het oplossen en voorkomen van de problematiek.
 
Het onderzoek werd uitgevoerd in samenwerking met de Academie voor Verloskunde Amsterdam-Groningen (AVAG) en VUmc en is gepubliceerd in het International Journal of Nursing studies.
 
© Nationale Zorggids