Nieuwe voedingsrichtlijnen voor vitamines en mineralen bij borstvoeding
De Gezondheidsraad heeft geactualiseerde voedingsnormen gepubliceerd voor vitamines en mineralen voor ‘lacterende vrouwen’, ofwel vrouwen die borstvoeding geven. Dit advies maakt deel uit van een bredere evaluatie van Nederlandse voedingsnormen en is afgestemd op richtlijnen van de Europese voedselautoriteit (EFSA). Het doel is een geharmoniseerde aanpak binnen de EU, met aanpassingen op basis van wetenschappelijk inzicht. Dit meldt de Gezondheidsraad.
De normen zijn gebaseerd op de verhoogde behoeften van vrouwen die borstvoeding geven, met name in de eerste vier tot zes maanden na de bevalling. Tijdens deze periode vraagt de productie van moedermelk om extra voedingsstoffen. Voor achttien voedingsstoffen, waaronder vitamine C, folaat en zink, zijn normen vastgesteld die relevant zijn voor voedingsvoorlichting en monitoring. Zes hiervan, zoals calcium en ijzer, blijven gelijk aan die voor niet-zwangere vrouwen, terwijl twaalf normen juist hoger liggen.
Nederlandse afwijkingen
Bij vier voedingsstoffen – vitamine A, folaat, koper en kalium – wijkt Nederland af van EFSA’s benadering. Voor vitamine B1 en B3 worden lagere behoeften aangenomen vanwege een recent bijgestelde energiebehoefte. Daarnaast ontbreken normen voor stoffen zoals chroom en fluoride.
De richtlijnen zijn bedoeld voor gezonde vrouwen die volledig borstvoeding geven en vormen een belangrijk hulpmiddel voor diëtisten, artsen en het Voedingscentrum. Hoewel voedingsnormen een waardevolle leidraad bieden, benadrukt de Gezondheidsraad dat een lagere inname dan aanbevolen niet automatisch tot een tekort leidt. Individuele evaluatie, bijvoorbeeld via bloedonderzoek, blijft essentieel.