
Kabinet twijfelt over erfelijkheidstest vóór zwangerschap
Het kabinet aarzelt over het opstarten van pilots voor preconceptie-screening (PCS) op erfelijke ziektes. Met zo’n test kunnen wensouders al vóór een zwangerschap inschatten of hun kind een ernstige erfelijke aandoening kan krijgen. Het doel is meer keuzevrijheid, maar volgens het Rathenau Instituut ontbreekt hierbij de vraag of dit het juiste vertrekpunt is. Dit meldt het Rathenau Instituut.
Uit de DNA-dialoog blijkt dat veel Nederlanders zorgen hebben over de maakbaarheid van het leven. Mensen vrezen dat de norm verschuift naar alleen nog genetisch gezonde kinderen en dat onvoorwaardelijke acceptatie van álle kinderen onder druk komt te staan. Dit kan leiden tot stigmatisering van kinderen met een erfelijke aandoening.
Een andere ethische vraag is hoe we bepalen wat een ernstige erfelijke aandoening is. Waar ligt de grens? En wordt die categorie in de toekomst niet steeds verder opgerekt, vraagt Rosanne Edelenbosch van Rathenau Instituut zich af.
Meer dan alleen een medische kwestie
Dragerschapstests staan niet op zichzelf. Ze passen binnen bredere ontwikkelingen zoals DNA-technologie, voortplantingstechnieken en een groeiend maakbaarheidsdenken. Ook individualisering speelt een rol. “Het is essentieel dat zulke vraagstukken ook in deze context worden geplaatst. Zo kan de politiek straks een weloverwogen keuze maken, waarin alle wetenschappelijke, ethische én maatschappelijke aspecten worden meegewogen”, aldus Edelenbosch.