Onderzoek toont aan hoe vaak vrouwen terugkomen na invriezen eicellen
Steeds meer Nederlandse vrouwen laten hun eicellen invriezen als verzekering voor de toekomst. De zogeheten fertiliteitspreservatie wordt toegepast om vruchtbaarheid te behouden, bijvoorbeeld bij kankerbehandelingen of bij het uitstellen van een kinderwens. Uit onderzoek van Elena ter Welle-Butalid van het Maastricht UMC+ blijkt dat 25,5 procent van de vrouwen binnen 10 jaar terugkomt om hun ingevroren eicellen of embryo’s te gebruiken. Dit meldt Maastricht UMC+.
De studie, uitgevoerd in tien ivf-centra, analyseerde gegevens van 1.112 vrouwen tussen 2004 en 2019. Bijna twee derde van hen liet eicellen invriezen vanwege een kankerbehandeling. Gemiddeld duurde het 3,5 jaar voordat vrouwen terugkwamen. Van hen ondergingen velen twee terugplaatsingen, wat bij bijna de helft resulteerde in een positieve zwangerschapstest en bij 34,6 procent in de geboorte van een kind.
Weloverwogen keuze maken
Ter Welle-Butalid benadrukt dat deze cijfers waardevol zijn voor vrouwen die overwegen eicellen in te vriezen. “Deze resultaten dragen bij aan betere kennis over fertiliteitspreservatie. Het kan vrouwen helpen bij het maken van de vaak moeilijke keuze over het toepassen van deze behandeling. We zien bovendien dat deze vrouwen liever het zekere voor onzekere nemen.”
Voor wie is er fertiliteitspreservatie?
Fertiliteitspreservatie is vooral relevant voor vrouwen met een hoog risico op vruchtbaarheidsverlies door medische behandelingen. Maar ook alleenstaande vrouwen die hun kinderwens willen uitstellen, kiezen steeds vaker voor deze methode om toekomstige complicaties te voorkomen.