Allochtonen maken vaker gebruik van kraamzorg
GRONINGEN (Novum) – Niet-westerse allochtonen maken steeds vaker gebruik van kraamzorg. Begin deze eeuw maakte nog maar 77 procent van deze groep hier gebruik van, nu ligt dat rond de negentig procent. Dat blijkt dinsdag uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Door de stijging krijgen de allochtone moeders bijna even vaak kraamzorg als autochtone moeders. Bij de laatste meting, over de jaren 2010 en 2011, was het percentage gestegen naar 89. Van de autochtone moeders krijgt al jaren ongeveer 95 procent kraamzorg.
Allochtone moeders krijgen gemiddeld 29 uur kraamzorg, terwijl dat bij autochtone moeder 42 uur is. Het verschil komt deels doordat allochtonen vaker thuis bevallen. Bij een bevalling in het ziekenhuis worden de ziekenhuisdagen in mindering gebracht op de kraamhulp die moeder en kind thuis krijgen. Gemiddeld geven vrouwen de kraamzorg een 8,1 als rapportcijfer.