Van Rijn en Teeven: financiële garanties voor continuïteit jeugdhulp
Staatssecretarissen Martin van Rijn (VWS) en Fred Teeven (VenJ) stellen maximaal 200 miljoen euro beschikbaar tot 2018 om jeugdhulpinstellingen te helpen die in problemen (dreigen te) komen als gevolg van de invoering van het nieuwe jeugdstelsel. Dat bedrag is inclusief 40 miljoen euro die dit voorjaar bij het Begrotingsakkoord Zorg hiervoor beschikbaar is gekomen.
Het geld is bijvoorbeeld bedoeld om omzetgaranties en voorschotten te bieden aan zorginstellingen die in het nieuwe stelsel moeten samenwerken met een groot aantal gemeenten, zodat zij zekerheid hebben dat zij op tijd aan hun financiële verplichtingen kunnen voldoen. Van Rijn: ‘Zorginstellingen die in problemen komen, kunnen bij de Transitie Autoriteit Jeugd aankloppen voor steun. Zodat de zorg voor kinderen en gezinnen onder hun hoede niet in gevaar komt en ze bijvoorbeeld niet op basis van teveel onzekerheid medewerkers hoeven te ontslaan. Het is een sobere regeling. Instellingen moeten de financiële steun gewoon weer terugbetalen als zij voldoende omzet hebben.’
Teeven: ‘Aan de regeling zijn strenge voorwaarden verbonden die de Transitie Autoriteit Jeugd bij haar advisering hanteert. Ik zie dat er heel hard wordt gewerkt door gemeenten, zorginstellingen en alle andere betrokken organisaties om voor elkaar te boksen dat er op 1 januari een goed nieuw jeugdstelsel staat. Dat zal nodig blijven. Deze regeling is een vangnet voor instellingen die ondanks al die inzet voor problemen staan waar ze zelf niet uitkomen. Zij krijgen een steuntje in de rug zodat ze later weer op eigen benen verder kunnen.’
Gemeenten en zorginstellingen moeten afspraken met elkaar maken om frictiekosten als gevolg van de veranderingen in de jeugdzorg zoveel mogelijk te voorkomen. Als er ondanks die afspraken toch niet te vermijden kosten overblijven is er deze regeling.
© Nationale Zorggids