Tientallen meisjes jaarlijks illegaal besneden; strafzaken blijven uit
Meer dan tien jaar na de strafbaarstelling van vrouwelijke genitale verminking (vgv) is er in Nederland nog geen enkele zaak voor de rechter gebracht. Het Openbaar Ministerie heeft geen dossiers waarin ouders zijn vervolgd voor deze zware vorm van mishandeling. Ook bij Veilig Thuis, het meldpunt voor signalen van vgv, blijft het aantal meldingen minimaal. Dit meldt NOS.
Ondanks het gebrek aan rechtszaken, worden jaarlijks tientallen tot honderden meisjes na een vakantie in het buitenland teruggevonden met ernstige verminkingen. Deze praktijk, onder andere uitgevoerd in landen als Somalië, Guinee en Jemen, leidt tot blijvende lichamelijke en psychische klachten. Meisjes kampen met pijn, ontstekingen en problemen bij zwangerschap. Ook traumaverwerking blijft een groot probleem.
Speciaal spreekuur
Specialisten zoals gynaecoloog Wendela Kolkman van het HagaZiekenhuis, zien elke week slachtoffers in hun spreekuur. Naast medische hulp proberen zij moeders te overtuigen hun dochters niet te laten besnijden. Dit is vaak moeilijk door culturele druk en familiebanden. Besnijdenissen worden meestal in het buitenland uitgevoerd, vaak door grootmoeders of lokale ‘snijdsters’.
De Nederlandse aanpak lijkt tekort te schieten. Taal- en cultuurbarrières, angst voor vervolging en gebrek aan kennis bij hulpverleners maken het moeilijk om meldingen te doen. Ook voelen melders zich niet altijd serieus genomen door instanties zoals Veilig Thuis.
Medische controle
Andere landen pakken genitale verminking daadkrachtiger aan, ziet VVD-Kamerlid Bente Becker. In het Verenigd Koninkrijk kan de rechter een uitreisverbod opleggen bij signalen van dreigend gevaar. In Frankrijk worden meisjes uit risicolanden medisch gecontroleerd bij asielaanvragen. Deze maatregelen kunnen leiden tot bezwaren, maar Becker pleit voor actie. “Je wilt deze meisjes niet aan hun lot overlaten en alleen, als het al te laat is, met hersteloperaties bezig zijn.”