Pedagogisch uitgangspunt jeugdstrafrecht onder druk

Uit onderzoek van de Inspectie Justitie en Veiligheid blijkt dat jongeren die worden verdacht van een strafbaar feit, te lang moeten wachten op een passende straf of maatregel of de uitvoering daarvan. Volgens het jeugdstrafrecht is het pedagogisch verantwoord om een straf snel te laten volgen op het gepleegde delict, om recidive zo veel mogelijk te voorkomen. Maar dat gebeurt nu onvoldoende en daardoor is er sprake van afbreuk aan hun rechtsbescherming, aldus de inspectie. 

Jongeren die moeten wachten op een strafeis of uitvoering van hun straf, leven in onzekerheid. Het voelt niet als zinvol om hun leven weer op orde te krijgen en daardoor vergroot de kans op het verder afglijden in de criminaliteit, waarschuwt de Inspectie Justitie en Veiligheid. Hoewel de wachttijden flink verschillen, duurt het voor sommige jongeren jaren voordat zij hun straf kunnen uitzitten.

Gebrek aan capaciteit 

Voor de lange wachttijden zijn diverse oorzaken, waaronder personeelstekorten bij onder meer de politie, Halt, Openbaar Ministerie, Raad voor de Kinderbescherming, Gecertificeerde Instellingen en Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Ook zijn er niet genoeg plekken in de jeugdinrichtingen en is er gebrek aan plaatsen voor taakstraffen. Behandelplekken voor na de straf zijn ook onvoldoende van. En omdat organisaties elkaar niet of onjuist informeren over de jongere en diens straf, ontstaan vertragingen in de jeugdstrafrechtketen. Het specialisme jeugd komt in het strafproces steeds meer onder druk te staan, mede vanwege de verzwaring van de doelgroep en toenemende complexiteit van bepaalde zaken.

Geen centrale aansturing

De inspectie vindt het ook lastig om helder te krijgen waar in de keten de jongeren moeten wachten. Organisaties binnen het jeugdstrafrecht werken zijn afhankelijk van elkaar, maar krijgen geen centrale aansturing. Ook heeft iedere betrokken instantie een eigen systeem dat de voortgang van jeugdzaken monitort en is niet elk systeem erop ingericht om overschrijdingen van termijnen te signaleren. Het ontbreekt het jeugdstrafrecht aan een centraal monitoringssysteem dat knelpunten kan signaleren. Volgens de Inspectie J&V is er een duurzame gecoördineerde aanpak nodig, waar bij het belang van de jongere voorop staat. Er is daarnaast meer gespecialiseerd personeel nodig en moeten er meer plekken komen voor jongeren. Nauwere samenwerking en betere informatie-uitwisseling onderling moet de knelpunten ook aanpakken.

Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky