Onderzoek naar functioneren jeugdzorg legt ernstige knelpunten bloot
Het jeugdzorgsysteem in Nederland staat al tijden onder druk, waardoor kinderen en jongeren met onder andere mentale gezondheidsproblemen vaak erg lang moeten wachten op passende hulp. Nieuw promotieonderzoek van drs. Mariëlle Blanken (Tilburg University) legt knelpunten in het huidige systeem bloot en laat zien wat er nodig is voor een toekomstbestendig jeugdzorgsysteem: “Gemeenten moeten netwerksamenwerking serieus nemen en actief sturen op het samenspel van relaties tussen organisaties in het jeugddomein. Dit vraagt om stevig leiderschap.”
Om adequaat te kunnen inspelen op de uiteenlopende zorgvragen van kinderen en gezinnen, is het cruciaal dat organisaties binnen verschillende sectoren van het jeugdzorgsysteem – zoals de geestelijke gezondheidszorg, welzijn, onderwijs en kinderopvang – effectief samenwerken. Omdat er weinig bekend is over hoe die organisaties zich daadwerkelijk in netwerken organiseren en hoe die samenwerking precies verloopt, onderzocht en vergeleek promovenda Mariëlle Blanken complexe jeugdhulpnetwerken.
Ernstige tekortkomingen Nederlands jeugdzorgsysteem
Bevindingen van haar proefschrift, dat zij vandaag verdedigt aan Tilburg University, tonen een aantal tekortkomingen van het huidige systeem aan. Zo zijn de sterke relaties tussen organisaties die nodig zijn voor integrale jeugdzorg, strijdig met de beperkte middelen, energie en tijd om deze relaties te onderhouden. Ook is het voor veel organisaties onduidelijk hoe het netwerk wordt aangestuurd en missen cruciale organisaties bij het verwijzen van cliënten een centrale positie in het netwerk. “Essentiële relaties binnen de jeugdhulpnetwerken blijken erg onstabiel. Dit is een probleem, omdat het kan leiden tot een verlies van sociaal kapitaal en een toename van de fragmentatie in zorgaanbod, wat uiteindelijk de toekomstbestendigheid van het systeem aantast,” waarschuwt Blanken. “Instabiele relaties belemmeren professionals in de uitwisseling van informatie over hulpvragen en effectieve behandelingen, en in het zorgen voor een goede overdracht van cliënten. Wanneer er te weinig stabiele relaties zijn binnen jeugdhulpnetwerken, kan integrale zorg voor jeugd en gezin niet gegarandeerd worden”.
Gemeente als actieve regisseur van het netwerk
Ondanks deze tekortkomingen ligt er een veelbelovende basis voor een goed functionerend jeugdzorgsysteem, zo stelt Blanken. Om daarop verder te kunnen bouwen en tegelijkertijd de gevonden tekortkomingen in het systeem aan te pakken, ziet zij een specifieke rol weggelegd voor de gemeente: “Gemeenten moeten netwerksamenwerking serieus nemen en actief sturen op het samenspel van relaties tussen organisaties in het jeugddomein. Dit vraagt om stevig leiderschap. Een belangrijk uitgangspunt daarbij is: wie met elkaar moet samenwerken, doet dat – en wie dat niet hoeft, doet dat vooral ook niet.”
Door: ANP