Zorginstellingen die naast jeugdzorg bijvoorbeeld ook geestelijke gezondheidszorg en gehandicaptenzorg bieden, leiden in de helft van alle gevallen verlies op hun jeugdzorg. De tarieven zijn volgens hen te laag of de tariefdifferentiatie vanuit gemeenten laat te wensen over. Gecombineerde zorginstelling passen regelmatig kruissubsidiering toe om de verliezen te compenseren. Zij zetten hiermee geld voor de langdurige of curatieve zorg in voor de jeugdzorg. Volgens de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vergroot dit het risico op het afbouwen of stopzetten van de jeugdzorg en leidt dit tot een verstoorde marktwerking. Dit meldt de NZa.
Ongeveer een derde van de totale gemeentelijke uitgaven gaan naar gespecialiseerde jeugdzorg door gecombineerde instellingen. Deze instellingen krijgen de zorg gefinancierd vanuit de Wet langdurige zorg, Zorgverzekeringswet en de Jeugdwet. Daardoor hebben ze te maken met verschillende regels voor inkoop, tarieven en verantwoording. Combinatie-instellingen leiden vaak verlies op hun jeugdzorgactiviteiten. Dit heeft gevolgen voor de financiële situatie en continuïteit van deze jeugdzorgtaken van deze organisaties.
Onwenselijk fenomeen
Verlieslijdende zorgactiviteiten moeten op termijn worden afgestoten. Kruissubsidiëring kan de problemen kortdurend verlichten, maar hiermee wordt wel geld gebruikt dat voor andere vormen van zorg bedoeld is. “Dit is een onwenselijk fenomeen, zeker als het structureel en onvoldoende zichtbaar gebeurt”, zegt directeur Kees van Nieuwamerongen van de Jeugdautoriteit. Er ontstaat een vertekend beeld van de kosten in de jeugdzorg, het vergroot risico’s in de continuïteit en verstoort de marktwerking.
Door: Nationale Zorggids