Demissionair staatssecretaris Maarten van Ooijen van Volksgezondheid steunt grote jeugdzorgorganisaties die willen werken met de JIM-aanpak. Binnen deze aanpak worden informele mentoren uit de directe omgeving beschikbaar gesteld voor jongeren in de jeugdzorg. Deze moeten zij zelf kunnen kiezen. Dit meldt NOS.
Jongeren in de jeugdzorg hebben te maken met verschillende hulpverleners. Door een mentor uit de eigen omgeving te hebben die de jongere bijstaat, kan de hulp beter worden afgestemd en zijn uithuisplaatsingen zelfs te voorkomen. Binnen de JIM-aanpak (Jouw Ingebrachte Mentor), kunnen jongeren een opa of oma, oom of tante of buurvrouw vragen om hen bij te staan bij gesprekken met school, wijkteams, hulpverlening en eventuele andere instanties die bij de jeugdige betrokken zijn. Hulpverleners hoeven op die manier niet het vertrouwen te winnen, want het vertrouwde gezicht van de mentor is er altijd bij.
Stabiliteit
Stichting JIMwerkt ziet dat de aanpak uithuisplaatsingen helpt voorkomen of te verkorten. “De jeugdzorg krijgt de laatste jaren veel kritiek, onder andere op de versplintering van de dienstverlening waardoor de jonge cliënten zo veel verschillende hulpverleners zien. Tussen al die verschillende gezichten biedt de JIM stabiliteit.” In Groningen zijn inmiddels vijftien trajecten afgesloten. In twee gevallen is gesloten jeugdhulp voorkomen en in acht gevallen kon uithuisplaatsing worden voorkomen. Ook leverde de aanpak een kostenbesparing van bijna 5 ton op.
Enver, Levvel, entrea lindenhout, iHUB, Via Jeugd, Wij Groningen, Youké, Sterk Huis en Jarabee gaan met de JIM-aanpak werken.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky