Een groot aantal jeugdzorgorganisaties dreigt failliet te gaan als de stijgende loonkosten onvoldoende gecompenseerd worden door gemeenten. Daarvoor waarschuwt Jeugdzorg Nederland dat advies- en accountancyfirma EY heeft gevraagd om een aantal toekomstscenario's door te rekenen met het oog op de cao-onderhandelingen voor de branche.
Volgens Ronnie van Diemen, voorzitter van de branchevereniging voor organisaties als Cardea Jeugdzorg, Trias Jeugdhulp en Bureau Jeugdzorg Limburg, zou het voortbestaan van een derde van de 68 onderzochte jeugdzorgaanbieders op het spel staan als de lonen met 10 procent omhoog zouden gaan zonder dat de tarieven extra worden verhoogd.
Veel van deze partijen staan er namelijk financieel slecht voor. Zelfs als gemeenten de loonstijging volledig compenseren dan zou voor drie tot vier instellingen op korte termijn nog steeds een hoog risico op een bankroet bestaan, komt naar voren uit het onderzoek. En op een iets langere termijn, namelijk 2026, zou nog een groter aantal instellingen kunnen omvallen als gemeenten niet te hulp schieten.
Ingewikkelde spagaat
"We zitten in een ingewikkelde spagaat", stelt Van Diemen. Hij wijst erop dat de lonen in de cao's van andere zorgbranches met 10 tot 15 procent stijgen. "Om jeugdzorgpersoneel te behouden, aantrekkelijk te blijven voor nieuwe medewerkers, én omdat onze medewerkers het verdienen, zullen we in onze nieuwe cao een vergelijkbare loonstijging moeten opnemen. Het merendeel van de jeugdzorgorganisaties kan die loonstijging echter niet betalen."
Er zijn ook grote verschillen in de tarieven die gemeenten voor jeugdzorg betalen. Dat komt omdat niet overal op dezelfde manier wordt omgegaan met de jaarlijkse indexatie van de tarieven. "Als tarieven al te laag waren en de indexatie afgelopen jaren achterbleef, dan is er nu simpelweg een inhaalslag nodig", geeft Van Diemen aan. Hij roept gemeenten op om de dreigende problemen voor te zijn door de uitkomst van de cao-onderhandelingen door te vertalen in de tarieven die zij aan jeugdzorgorganisaties betalen.
Door: ANP