Krentenbaard: symptomen, besmettelijkheid en behandeling

Begin juli meldden het RIVM en Nivel een opvallende toename van krentenbaard onder jonge kinderen tussen de 0 en 4 jaar. Krentenbaard is verre van zeldzaam en komt vooral bij jonge kinderen. Hoe ontstaat het? Wat zijn de symptomen? Hoe besmettelijk is krentenbaard? En wat kun je ertegen doen? Op al deze vragen vind je in dit artikel een antwoord. 

Krentenbaard is een infectieziekte in het gezicht en is een gevolg van de Staphylococcus aureus-bacterie of de Groep A-streptokokkenbacterie. Vooral jonge kinderen tot 12 jaar lopen deze infectie op, vaak na een waterpokkeninfectie. Uitbraken komen regelmatig voor in de zomer, maar hoe vaak precies is niet bekend. Artsen hebben geen meldingsplicht en een milde variant van krentenbaard, die de medisch naam impetigo draagt, blijft vaak ongezien.

Symptomen krentenbaard

Krentenbaard kenmerkt zich vooral in bultjes en blaasjes in het gezicht, wat kan uitbreiden naar de armen en benen. Soms begint de infectie op een plaats van bestaande huidbeschadiging, veroorzaakt door bijvoorbeeld waterpokken. Er ontstaan rode vlekken of bultjes rond de mond en neusgaten. De blaasjes vullen zich op een gegeven moment met gelig vocht en bij het opengaan, ontstaan ook vochtige plekken en geelbruine korstjes. Krentenbaard veroorzaakt een jeukende of pijnlijke huid. Een lichte huid heeft rode plekjes en een donkere huid krijgt een donkerdere huid op de plekken van de infectie. Soms zijn de klieren in de hals verdikt en pijnlijk.

Besmetting en besmettelijkheid krentenbaard

Krentenbaard is een besmettelijke huidziekte. Een kind dat krabt aan de plekken en anderen of speelgoed aanraakt, kan zo krentenbaard overdragen. Het is dus verstandig om huid-op-huidcontact zoveel mogelijk te vermijden bij kinderen (of volwassenen) met krentenbaard. De huidziekte is besmettelijk tot 2 dagen na de start van de behandeling of tot de blaasjes geheel zijn opgedroogd. Een goede hand- en hoesthygiëne kan overdracht helpen voorkomen. Hoe lastig ook, kinderen moeten zo min mogelijk aan de plekken zitten. Advies van Thuisarts.nl is om de nagels goed kort te houden.

Krentenbaard is geen reden om thuis te blijven. Kinderen met de infectie mogen dus gewoon naar de kinderopvang of school.

Behandeling krentenbaard

Krentenbaard is te behandelen met een crème en met pillen. Meestal krijgt een kind met krentenbaard een antibioticacrème waar een medicijn tegen bacteriën in zit. Deze dient drie keer per dag op de plekjes te worden gesmeerd, ook als de wonden al zijn genezen. Smeren mag echter niet langer dan veertien dagen achter elkaar.

Heeft een kind ook koorts of andere ziekteverschijnselen, een slechte afweer of steeds groter wordende wondjes, dan kan het ook pillen, zoals flucloxacilline, voorgeschreven krijgen.

Kraamvrouwenkoorts en krentenbaard

Vrouwen die pas zijn bevallen moeten extra alert zijn op krentenbaard. Zij hebben namelijk een verhoogde kans op kraamvrouwenkoorts, vooral na een ruptuur, episiotomie of na een keizersnede. Krentenbaard en kraamvrouwenkoorts worden namelijk door dezelfde bacterie veroorzaakt. De ziekte komt nauwelijks nog voor, maar blijft een ernstige aandoening. De symptomen zijn hoge koorts, rillingen, snelle hartslag, duizeligheid en flauwvallen door een lage bloeddruk, donkere vlekken op de huid, pijnlijke plas en stinkende vaginale afscheiding. Kraamvrouwenkoorts kan bloedvergiftiging of toxische shock veroorzaken.

De aandoening kan worden behandeld met antibiotica. Ook is nog steeds gebruikelijk dat vrouwen met kraamvrouwenkoorts in het ziekenhuis worden opgenomen voor een antibioticakuur via infuus. Thuis mogen ze daarna hun kuur voortzetten met pillen. Ernstige complicaties worden voorkomen door tijdig in te grijpen.

Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky
Bronnen: RIVM, Thuisarts.nl, Zwangerenportaal