De laatste paar jaar stijgt het aantal aanmeldingen bij een genderkliniek. Kinderen, jongeren en volwassenen die geboren zijn als man of vrouw maar zich niet zo identificeren, kunnen daar terecht. Er komen vooral veel vragen binnen van kinderen tussen de 11 en 13 jaar, met name meisjes. Rond hun 11de komen ze erachter dat ze liever als jongen door het leven gaan. Melden ze zich op tijd bij de genderkliniek, dan kunnen ze de puberteit afremmen met hormoonremmers. Dit houdt de ontwikkeling naar een volwassen mannen- of vrouwenlichaam tegen. Als meisjes na 2 jaar nog steeds een jongen willen zijn, dan krijgen ze de optie om met mannelijke hormonen te starten.

Levenslang aan de medicatie

Onderzoekers Chris Verhaak en Enny Das zien voor- en nadelen bij het vroeg starten met transgenderzorg. Door de puberteit te remmen kan voorkomen worden dat een kind een operatie moet ondergaan, maar “aan de andere kant is het goed om je te realiseren dat zo’n meisje een leven lang medicatie zal moeten gebruiken. Veel jonge kinderen hebben een niet-realistisch beeld.”

Reguliere ggz

De groep jonge kinderen met genderproblemen is dusdanig gegroeid dat de onderzoekers zich afvragen of al deze kinderen inderdaad medisch zorg nodig hebben, of dat er wellicht andere oplossingen zijn. Volgens Verhaak is een deel van deze kinderen beter geholpen door zorg buiten een ziekenhuis. Zij adviseert ouders dan ook om eerst met kinderen naar de reguliere ggz te gaan, “waar de gendervragen ook in de context van andere vragen besproken zullen worden”. En daar ligt ook een belangrijke taak voor de reguliere ggz, die dus meer aandacht moet gaan besteden aan gendervragen.

Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky