Gemeenten doen meer moeite om kinderen voor en vanaf hun geboorte een betere kans te geven in het leven. Ouders kunnen in meer gemeenten aankloppen om ondersteuning te krijgen bij de opvoeding van hun kind en op meer plekken wordt aandacht besteed aan voorlichting over anticonceptie. Dat concludeert het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in de Monitor Kansrijke Start 2021.
Ook ontvingen meer gemeenten in 2021 geld om ouders te begeleiden voor hun zwangerschap, tijdens hun zwangerschap en tot twee jaar erna. In 2021 kreeg 51 procent van de gemeenten geld om een samenwerking te realiseren tussen de gemeenten, verloskundigen, de kraamzorg, jeugdgezondheidszorg en wijkteams. Een jaar eerder ontving 21 procent geld.
Met het programma Voorzorg krijgen ouders begeleiding bij de opvoeding en ontwikkeling van hun kind, voor de geboorte en tot twee jaar erna. Bij Nu Niet Zwanger krijgen kwetsbare mensen meer voorlichting over anticonceptie. Beide programma's vonden in meer gemeenten plaats in 2021. Zo werd Voorzorg afgelopen jaar in 43 procent van de gemeenten aangeboden tegenover 37 procent in 2020. Nu Niet Zwanger was actief in de helft van de gemeenten, tegenover één op de drie gemeenten in 2020.
Gelijke kansen
De bedoeling is vooral om ouders en kinderen in een kwetsbare situatie, zoals armoede, te bereiken, zodat iedereen in Nederland op gelijke kansen kan rekenen. De instanties zien wel een aantal tekortkomingen. Zo worden ouders onvoldoende betrokken bij de activiteiten en is het nog niet duidelijk hoe de activiteiten in de toekomst betaald worden.
Sinds 2019 volgt het RIVM de ontwikkelingen in gemeenten om de gezondheid te bevorderen van jonge kinderen. Dit is de eerste monitor die ook de ervaringen van de betrokken partijen toevoegde.
Door: ANP