Wat is HPV, hoe krijg je het en hoe kun je het voorkomen?
Vanaf dit jaar kunnen ook jongens zich beschermen tegen HPV-kanker. Daarnaast heeft de overheid besloten om de vaccinatieleeftijd omlaag te brengen. Er is veel aandacht voor de preventie van HPV omdat het verregaande gevolgen kan hebben. Maar wat is HPV? Hoe kun je het krijgen en wat kun je doen om het te voorkomen?
HPV, ofwel het humaan papillomavirus, is een zeer besmettelijk en veelvoorkomend virus, waar acht op de tien mensen – man én vrouw – ooit mee geïnfecteerd raakt. Je krijgt HPV via diverse seksuele handelingen Meestal ruimt het lichaam het virus zelf op, soms blijft het langer in de cellen aanwezig. Dan is het mogelijk dat er (een voorstadium van) kanker ontstaat. Er zijn meer dan honderd verschillende typen HPV, waaronder varianten met een hoog risico op kanker aan de mond- en keelholte, penis, anus, vagina, schaamlippen en baarmoederhals.
Sommige typen, vooral typen 16 en 18, kunnen na langere tijd kanker veroorzaken. Als het lichaam het virus niet opruimt, kan na 10 tot 15 jaar kanker ontstaan. Andere typen HPV, zoals typen 6 en 11, kunnen leiden tot genitale wratten.
HPV-virussen zitten vooral op de huid en slijmvliezen rond de geslachtsorganen en in de mond-keelholte, waardoor het behalve via seks ook makkelijk wordt doorgegeven via handen, vingers en mond.
Vrouwen en HPV
Jaarlijks krijgen ongeveer achthonderd vrouwen in Nederland baarmoederhalskanker. Om dit in een vroeg stadium op te sporen, krijgen alle vrouwen tussen de 30 en 60 jaar iedere vijf jaar een uitnodiging voor een uitstrijkje. Hiermee kan worden vastgesteld of HPV in de cellen van de baarmoederhals zit en dus mogelijk kanker veroorzaakt. Uitstrijkjes worden ook gemaakt bij vrouwen die een HPV-vaccinatie hebben gehad, omdat niet alle HPV-kanker door vaccinatie kan worden voorkomen. Ondanks het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker overlijden jaarlijks meer dan tweehonderd vrouwen aan de gevolgen van de ziekte.
Jongens en HPV
Jongens kunnen sinds dit jaar ook een HPV-vaccinatie halen, als zij dat willen. Jaarlijks krijgen in Nederland bijna vierhonderd mannen kanker door HPV en ongeveer 80 procent daarvan kan voorkomen worden met de HPV-vaccinatie. Steeds meer jonge mannen krijgen peniskanker en moeten soms een penisamputatie ondergaan om te overleven. Ook draagt de vaccinatie van jongens bij aan de bescherming van de gehele bevolking via groepsimmuniteit. Jongens kunnen het virus dan namelijk niet meer overbrengen op meisjes.
HPV-vaccinatie
Het HPV-vaccin (Cervarix®) mag gebruikt worden bij kinderen vanaf negen jaar. Bij de start van de HPV-vaccinatie in 2010 werden meisjes vanaf dertien jaar uitgenodigd, om er zeker van te zijn dat ze lang genoeg beschermd waren. Uit onderzoeken in binnen- en buitenland is gebleken dat de vaccinatie langdurig beschermt. Deze kan dus al eerder worden aangeboden. Dat vinden het kabinet en RIVM belangrijk, want het vaccin werkt het beste voordat iemand in aanraking is geweest met het virus. Door de leeftijd te verlagen naar tien jaar worden kinderen nog beter beschermd tegen HPV-infecties en is het effect van de vaccinatie zo groot mogelijk. Jongens en meisjes ontvangen de uitnodiging voor de HPV-vaccinatie in het jaar dat ze tien worden. In 2022 en 2023 krijgen daarnaast alle twaalf- tot achttienjarigen die nog niet tegen HPV zijn gevaccineerd een uitnodiging om zich alsnog te beschermen tegen HPV-kanker. Jongeren vanaf 15 jaar hebben 3 prikken nodig voor een goede bescherming.
Het vaccin beschermt voor ongeveer 95 procent tegen langdurige HPV-infecties met typen 16 en 18, en daarmee beschermt het tegen vormen van kanker die door deze HPV-typen worden veroorzaakt. Daarnaast biedt het vaccin ook enige bescherming tegen HPV-typen 45, 35, 31 en 52.
Bijwerkingen HPV-vaccinatie
HPV-vaccinatie veroorzaakt geen ernstige aandoeningen. Maar net als alle andere vaccins, kunnen ook hierbij bijwerkingen ontstaan. Jongens en meisjes kunnen pijn krijgen rond de prikplek en spierpijn krijgen in de bovenarm. Die pijn duurt soms een week. Ook zijn jeuk, een rode huid of verdikking op de prikplek veelgenoemde bijwerkingen. Sommige gevaccineerde jongens en meisjes krijgen last van buikpijn, moeheid, misselijkheid, hoofdpijn of koorts. Er zijn nooit ernstige, blijvende klachten gemeld die zijn veroorzaakt door het vaccin.
In Noorwegen, Groot-Brittannië, Denemarken en in Nederland is specifiek onderzoek gedaan naar de relatie tussen het optreden van chronische vermoeidheid en HPV-vaccinatie. Er is onderzocht of de klachten van chronische vermoeidheid vaker voorkomen bij meisjes die gevaccineerd zijn tegen HPV vergeleken met niet-gevaccineerde meisjes. Uit al deze onderzoeken blijkt dat er geen verschil is.
Bronnen: RIVM, NOS, Gezondheidsraad, Rijksoverheid