Wetenschappers van het UMC in Amsterdam kunnen door middel van hersenfilmpjes bepalen welke kinderen met autisme medicijnen nodig hebben. Naast hersenfilmpjes, zogeheten EEG’s, wordt er een rekenmethode ingezet om de prikkelverwerking in de hersenen te onderzoeken. Dat meldt de NOS.
Tot nu krijgen kinderen bij de diagnose autisme mogelijk medicatie, zoals ritalin, voorgeschreven. Dit gebeurt vooral bij problematisch gedrag thuis of bij problemen op school. Zulke medicijnen verhelpen de kwaal echter niet, maar onderdrukken deze. Ook is er soms sprake van heftige bijwerkingen.
Te hoog chloorgehalte in de hersenen
Een deel van de kinderen met autisme heeft een te hoog chloorgehalte in de hersenen. Daardoor wordt de verwerking van binnenkomende prikkels verstoord. Als deze patiënten een plaspil (bumetanide) gebruiken, daalt het chloorgehalte in de hersenen en verminderen de klachten, soms aanzienlijk.
Deze behandeling kan niet alleen gebruikt worden bij kinderen met autisme, maar ook bij dyslexie en adhd. In die gevallen kunnen de hersenen de prikkels ook niet goed verwerken.
Beter met de buitenwereld omgaan
De plaspil werkt bij tien tot twintig procent van de kinderen met autisme. De kinderen genezen door middel van deze pil echter niet van autisme. Wel kunnen ze door deze medicatie beter met de buitenwereld omgaan en worden ze flexibeler.
Toch heeft niet elk kind baat bij een plaspil. Naast de plaspil zijn er veel andere medicijnen die de hersenen beïnvloeden. Het juiste medicijn hangt altijd af van de oorzaak.
Door: Nationale Zorggids