Het gerechtshof in Den Haag behandelt vrijdag het hoger beroep over het terughalen van kinderen van IS-vrouwen uit Noord-Syrië. De rechter oordeelde begin vorige week in een kort geding dat de Staat er per direct alles aan moet doen om op korte termijn de kinderen naar Nederland te halen. De ministers Ferd Grapperhaus van Justitie en Veiligheid en Stef Blok van Buitenlandse Zaken zijn het er niet mee eens en tekenden beroep aan.
Het kort geding was aangespannen namens 23 vrouwen en hun 56 kinderen, die vastzitten in twee kampen in het noorden van Syrië.
Voor de terugkeer van de IS-vrouwen zelf hoeft de Staat zich niet in te zetten, oordeelde de rechter. Maar als de Koerden die de kampen bewaken de kinderen niet zonder moeders willen laten vertrekken, moet de overheid wel kijken of ze zowel moeders als kinderen kan terughalen.
Niet-actief terughaalbeleid
De Amerikanen hebben herhaaldelijk aangeboden om Syriëgangers op te halen en terug te brengen naar Nederland. Het beleid van het kabinet tot nu toe was om betrokkenen niet-actief terug te halen, maar de rechter bepaalde dat dit beleid niet kan gelden voor de kinderen. De Amerikaanse ambassadeur Pete Hoekstra zei vorige week tegen de NOS dat het aanbod van de Amerikanen nog steeds op tafel ligt.
Buitenlandse Zaken laat weten dat er sinds de uitspraak contact is geweest met de Amerikanen en met Europese landen, over hoe het vonnis kan worden uitgevoerd. Maar wat er precies is besproken, zegt het ministerie niet.
Door: ANP