Gemeenten zouden meer aandacht kunnen schenken aan jongeren onder de achttien jaar die onder Jeugdzorg vallen en aan dementerende ouderen. Dat blijkt uit evaluatie van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en jeugdhulp in de gemeenten Brielle, Hellevoetsluis en Westvoorne. Vooral jongeren die na hun achttiende geen aanspraak meer kunnen doen op jeugdzorg kunnen beter worden voorbereid. Dit meldt Binnenlands Bestuur.
De evaluatie kijkt terug op de taken van de gemeente na de decentralisatie in 2015 en hoe goed inwoners zijn geholpen via de gemeentelijke voorzieningen. Daaruit komt naar voren dat jongeren vanaf hun 16e al voorbereid moeten worden om afscheid te nemen van de jeugdzorg. Dat kan onder andere door samen toekomstplannen te maken. Ook voor dementerenden en voor middelengebruik is meer aandacht nodig.
Niemand tussen wal en schip geraakt
De drie gemeenten scoren goed wat betreft het overhevelen van de taken van het Rijk naar de gemeenten. “Er is niets mis gegaan, er zijn weinig klachten en er is niemand tussen wal en schip geraakt”, zo blijkt uit de evaluatie. “De hulpverleners zijn goede professionals.” Wel kan er nog gewerkt worden aan een betere organisatie van hulp, preventie en communicatie over de toegang van hulp.
Gemeenten zouden hun rol als verbinder beter kunnen beoefenen. Zij moeten zichtbaar de regie voeren, samenwerking tussen de partijen sturen en initiatief nemen. “Zo is er meer kruisbestuiving nodig tussen nulde-, eerste- en tweedelijns zorg. De gemeenten moeten deze uitwisseling meer initiëren en faciliteren.”
Door: Redactie Nationale Zorggids
