Ruim de helft van 4- tot 12-jarigen beweegt voldoende
Ruim de helft van de kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar voldeed in 2017 aan de Beweegrichtlijnen van de Gezondheidsraad. Bijna twee derde deed volgens opgave van de ouders wekelijks aan sport. Dit blijkt uit de Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor 2017 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in samenwerking met het RIVM. Van de volwassenen met minimaal één kind in deze leeftijdsgroep voldeed minder dan de helft aan de Beweegrichtlijnen en zei ruim de helft wekelijks aan sport te doen. Dit meldt CBS.
Uit de Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor blijkt dat 55 procent van de 4- tot 12-jarige kinderen in 2017 aan de Beweegrichtlijnen voldeed. Volgens de richtlijnen die zijn opgesteld door de Gezondheidsraad moeten kinderen in deze leeftijd elke dag minimaal één uur tenminste een matig intensieve inspanning zoals fietsen, wandelen en zwemmen doen. Ook moeten ze minimaal driemaal per week spier- en botversterkende activiteiten zoals springen, dansen en krachttrainingsoefeningen verrichten.
Van de kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 deed 65 procent in 2017 wekelijks aan sport; 52 procent van de 4- tot 8-jarigen en ruim 79 procent van de 8- tot 12-jarigen gaven aan dit wekelijks te doen. Er was geen verschil tussen jongens en meisjes. Van de kinderen die wekelijks aan sport deden was ruim 73 procent lid van een sportvereniging en had 13 procent een abonnement bij een sportaanbieder.
Bijna helft volwassenen voldoet aan Beweegrichtlijnen
Van de volwassenen met minstens één kind in de leeftijd van 4 tot 12 jaar, voldeed in 2017 iets minder dan de helft, 47 procent, aan de Beweegrichtlijnen die zijn opgesteld voor volwassenen. Personen vanaf 18 jaar moeten volgens deze richtlijnen minstens 150 minuten (2,5 uur) per week, verspreid over diverse dagen, matig intensieve inspanningen en minstens tweemaal per week spier- en botversterkende activiteiten verrichten.
Door: Redactie Nationale Zorggids