Met het onderzoek bracht het RIVM de effectiviteit in kaart van Hib-vaccins die achtereenvolgens in Nederland zijn gebruikt. Hib staat voor de bacterie Haemophilus influenzae type b. De effectiviteit van het momenteel gebruikte DKTP-Hib-HepB-vaccin bedraagt 94% en is daarmee vergelijkbaar met de effectiviteit van eerder gebruikte vaccins. De bescherming van het Hib-vaccin neemt af met de leeftijd, van 99% bij kinderen van 1 en 2 jaar, tot 61% bij kinderen van 3 en 4 jaar; dit geldt zowel voor het huidige DKTP-Hib-HepB-vaccin als voor de eerder gebruikte vaccins.

Bij jonge kinderen kan een infectie met Hib ernstig verlopen en hersenvliesontsteking, strottenklepontsteking, of een ernstige longontsteking veroorzaken. Sinds 1993 maakt de inenting tegen Hib-ziekten deel uit van het Rijksvaccinatieprogramma. In 2016 werd een toename van gevallen van Hib-ziekte bij kinderen jonger dan 5 jaar vastgesteld, van 9 gevallen in 2014 tot 21 in 2016. In 1992, voor invoering van Hib-vaccinatie, waren er 280 gevallen van Hib-ziekte bij kinderen jonger dan 5 jaar.

In totaal werden 159 gevallen van invasieve Hib-ziekte bij kinderen jonger dan 5 jaar tussen 2003 en 2016 onderzocht, evenals een aselecte steekproef van 1.590 gezonde kinderen uit het landelijke vaccinatieregister Praeventis. Hun vaccinatiestatus tegen Hib, evenals het type vaccin dat ze hadden gekregen, werd bestudeerd. De resultaten laten zien dat de effectiviteit van het vaccinatieprogramma tegen Hib-ziekte in Nederland onverminderd hoog is en dat de toename van Hib-ziekte niet verklaard kan worden door een mindere werking van het huidige DKTP-Hib-HepB-vaccin. De oorzaak van de recente toename in Hib-ziekte is momenteel onbekend. Mogelijk betreft het een toevallige fluctuatie over de tijd. Het aantal ziektegevallen door een Hib-infectie wordt continu door het RIVM gemonitord.

Door: Redactie Nationale Zorggids