Meisjes tussen de vier en twaalf jaar met astma of eczeem hebben gemiddeld minder zelfvertrouwen dan meisjes zonder deze aandoeningen. Bij jongens is er gemiddeld genomen geen effect op het zelfvertrouwen. Zowel jongens als meisjes met astma of eczeem ervaren wel fysieke beperkingen. Dit blijkt uit een gezamenlijk onderzoek van het CBS en het Erasmus MC met gegevens van 5,3 duizend kinderen uit de Gezondheidsenquête van het CBS tussen 2010 en 2013. Hierin beantwoorden ouders vragen over de gezondheid en het welbevinden van hun kinderen, zo meldt CBS.
Astma en eczeem zijn chronische aandoeningen die relatief vaak voorkomen bij kinderen. Van de 4- tot 12-jarigen had in 2016 volgens de ouders of verzorgers 4 procent astma en 6 procent chronisch eczeem. Astma komt vaker voor bij jongens (5 procent) dan bij meisjes (3 procent), eczeem komt even vaak voor.
Kinderen met astma en kinderen met eczeem hebben gemiddeld genomen een lagere fysieke kwaliteit van leven dan kinderen zonder chronische aandoening. Ouders van deze kinderen geven aan dat hun kind belemmerd wordt in fysieke activiteiten op school of bij het spelen met vriendjes. Ze hebben ook vaker pijn. Ook bestempelen zij de gezondheid van hun kind als minder goed. De verschillen in kwaliteit van leven tussen kinderen met en zonder aandoeningen liggen niet aan verschillen in demografische of sociaaleconomische verschillen tussen de kinderen.
Vooral meisjes met astma of eczeem hebben, naast de fysieke gevolgen, ook op andere vlakken last van hun aandoening. Meisjes met eczeem hebben gemiddeld een lagere psychosociale kwaliteit van leven. Zo hebben zij volgens hun ouders minder vertrouwen in hun eigen kunnen en uiterlijk, en laten vaker lastig gedrag zien. Meisjes met astma hebben ook een lager zelfvertrouwen, en zijn vaker angstig of somber dan degenen zonder chronische aandoeningen, aldus de ouders. Jongens met astma of eczeem scoren niet slechter op de psychosociale kwaliteit van leven.
Door: Redactie Nationale Zorggids