Kinderen krijgen te weinig ruimte om vrij en zonder toezicht te spelen. Dat beweert speeldeskundige Froukje Hajer in een boek dat vandaag is verschenen. Zij denkt dat de angstcultuur bij ouders en overheid desastreus kan uitpakken, meldt de Volkskrant.
“Kinderen van nu krijgen constant te horen: voorzichtig, niet doen”, zegt Hajer, die onder meer werkte als adviseur jeugdbeleid voor de gemeente Utrecht. “Ouders en professionals zijn ontzettend bang dat er iets gebeurt en daarom worden mogelijkheden om vrij buiten te spelen steeds meer ingeperkt.”
Volgens de speeldeskundige zijn gps-trackers die het kind bij zich draagt en kniebeschermers voor kruipende baby's voorbeelden van overdreven beschermingsdrang bij ouders. Kinderen moeten juist zelf leren omgaan met risico's, vindt Hajer. “Zij moeten soms de grens opzoeken, daar leer je van. En het is goed voor je zelfvertrouwen als iets moeilijks wel lukt.”
© Nationale Zorggids
Hulde! Een tijd geleden was ik een tijd in Nepal, een derde wereldland waar je mensen soms op straat ziet sterven. Daar was toen een burgeroorlog, iedere dag was er een schietpartij. Maar ondanks al dat, waren, iedere dag, de hele dag, kinderen op straat aan het spelen. Altijd schik, altijd lachen, en dansen, Dat voelt ook gewoon veilig.