Al jaren geen toename van jeugdcriminaliteit
De jeugdcriminaliteit in Nederland lijkt de laatste jaren stabiel. In vergelijking met vijf tot tien jaar geleden is de jeugdcriminaliteit veel lager. Dat blijkt uit voorlopige cijfers van het CBS en het WODC, verzameld in de Monitor jeugdcriminaliteit 2023, meldt het Nederlands Jeugdinstituut (NJi).
In de monitor rapporteert het WODC over het aantal jongeren en jongvolwassenen die in 2021 door een misdrijf in aanraking kwamen met Halt, het Openbaar Ministerie of de rechter. Het CBS rapporteert over het aantal jongeren en jongvolwassenen dat in 2022 verdachte was van een misdrijf.
Schommelingen
Hoewel de jeugdcriminaliteit stabiel lijkt, zijn er wel schommelingen in de cijfers. Er is bijvoorbeeld een toename van het aantal verdachte meisjes. Daarbij gaat het vaak om vermogensdelicten zoals winkeldiefstal. Het aantal verdachten uit lage-inkomensgroepen is sterk gedaald. De gemiddelde leeftijd van daders die met het Openbaar Ministerie of de rechter in aanraking kwamen, is iets omhoog gegaan.
Op het niveau van gemeenten en regio’s wijken de cijfers soms af van het landelijk gemiddelde. Zo telde Zwolle in 2021 meer jonge daders. Ook in de provincie Zeeland steeg het aantal jonge daders. In Zoetermeer nam het aantal verdachte minderjarigen toe.
Bemoedigend
Mike Loef van het Nederlands Jeugdinstituut vindt de cijfers bemoedigend. “Je hoort de laatste tijd vaak dat de jeugdcriminaliteit zwaarder wordt en dat de daders jonger zijn. In het onderzoek is daar echter geen bewijs voor gevonden.”
Regionale verschillen
Opvallend zijn volgens Loef de regionale verschillen. Beleidsmakers doen er goed aan daar rekening mee te houden, denkt hij. “Beleidsmakers kunnen leren van de ervaringen van andere gemeenten met soortgelijke problemen. Dat begint ermee dat je gegevens en ervaringen uitwisselt. Bijvoorbeeld in landelijke programma’s gericht op jeugdcriminaliteit, zoals Preventie met gezag. Maar je kunt ook kijken of in de gemeenten in je eigen regio de jeugdcriminaliteit vergelijkbaar is. Dan kun je makkelijk betrokken partijen bij elkaar brengen om van elkaar te leren. Bijvoorbeeld het jongerenwerk, het onderwijs en de politie.”
Door: Nationale Zorggids
Bron: Nederlands Jeugdinstituut