‘Stop zo snel mogelijk met de gesloten jeugdzorg’
In 2020 verbleven ruim 1.800 kinderen in de gesloten jeugdzorg. Stichting Het Vergeten Kind overhandigde onlangs een petitie met 134.010 handtekeningen aan staatssecretaris Maarten van Ooijen van Volksgezondheid om deze vorm van jeugdzorg te stoppen. Een interview met directeur Margot Ende- Van den Broek. “We moeten de jeugdzorg fundamenteel anders inrichten.”
26 kinderen per week belanden gemiddeld in de gesloten jeugdzorg. Wat is er met deze kinderen aan de hand?
“Kinderen komen in de gesloten jeugdzorg terecht na een machtiging van een kinderrechter. Vaak gebeurt dat bij een crisis. Dan lijkt er geen andere oplossing te zijn dan het kind in de gesloten jeugdzorg te plaatsen, terwijl het kind vooral zorg nodig heeft. Een kind opsluiten in isolatie omdat het suïcide wil plegen, lijkt veilig, maar zo’n kind moet je nooit alleen laten met zijn of haar gedachten. Dan wordt het probleem alleen maar erger. In de praktijk is de gesloten jeugdzorg vooral een verlegenheidsoplossing. Het kind zelf is daar niet mee geholpen.
“In 2020 zaten er in totaal 1.800 kinderen in de gesloten jeugdzorg. Deze kinderen hebben niets strafbaars gedaan. Het gaat om kinderen tussen de 12 en 18 jaar met complexe gedragsproblemen en psychische stoornissen die hier hulp terecht komen. Die problemen zijn meestal ontstaan omdat deze kinderen thuis veel hebben meegemaakt en zich daar niet veilig voelen. Dat uit zich bijvoorbeeld in zelfbeschadiging, dreigende suïcide, agressie en weglopen. Het kind wordt gezien als probleemkind, terwijl die problemen voortkomen uit de problemen die spelen in het hele gezin.”
Wat betekent de gesloten jeugdzorg, hoe ziet het eruit?
“Dat verschilt per instelling. We horen verhalen over kinderen die 22 uur per dag doorbrengen op hun kamer, waar nauwelijks of geen ruimte is om onderwijs te volgen. Bij andere instellingen is dat weer wel mogelijk. Wat de instellingen gemeen hebben is dat vrijwel alles voor de kinderen bepaald wordt. Er heerst heel veel structuur. De leeftijd van 12 tot 18 jaar is voor jongeren juist vormend. Zij leren in die periode zelfstandig worden. Dat geldt dus niet voor jongeren in de gesloten jeugdzorg. Zij zijn gehospitaliseerd en raken afhankelijk van die voortdurende controle. Dat beschadigt het zelfvertrouwen en maakt kinderen onzeker om zelf beslissingen te nemen. Sommige kinderen raken daarnaast overgevoelig voor prikkels.”
De resultaten van jullie onderzoek naar ervaringen in de gesloten jeugdzorg zijn schokkend. Drie op de vier van de 37 ondervraagde jongeren hield psychische klachten over. Wat zorgt voor trauma?
“Het feit dat iemand anders over jou beslist kan traumatisch zijn. Daarnaast worden jongeren in de gesloten jeugdzorg soms geïsoleerd, gefixeerd (vastgehouden) en zelfs gevisiteerd (inspecteren van lichaamsholtes). Van de meisjes heeft 85 procent een achtergrond van seksuele problemen, dan kun je je bijna niet voorstellen hoe traumatisch dat voor hen is. Bij de helft van de jongeren wordt het contact met familie en vrienden minder als zij in de gesloten jeugdzorg verblijven, terwijl dat netwerk juist zo belangrijk voor ze is.”
Gesloten jeugdzorg, is ontstaan als een aparte voorziening voor kwetsbare kinderen. Voor 2008 werden zij nog in jeugdgevangenissen geplaats. In het AD zei u onlangs: ‘In de jeugdgevangenis hebben jongeren meer rechten dan in de gesloten jeugdzorg.’ Hoe zit dat?
“Het verschil zit in de rechtspositie. Als een jongere een winkel overvalt, krijgt hij of zij een gevangenisstraf. Als die straf is afgelopen, komt de jongeren weer buiten. Daarnaast wordt in de jeugdgevangenis veel gedaan aan re-integratie. In de gesloten jeugdzorg bepaalt de rechter hoe lang een kind wordt opgenomen. Voordat een jongere eruit mag, beoordeelt de rechter opnieuw of de jongere daar klaar voor is. Een jongere zei daarover: ‘Als het goed gaat, moet ik langer blijven want dan heeft de opname blijkbaar succes. Als het niet goed gaat, moet ik ook langer blijven want dan ben ik nog niet klaar’. Bij de gesloten jeugdzorg weet een kind nooit wanneer het eruit komt. Totdat het 18 jaar oud is, want dan houdt de jeugdzorg op. Ook de re-integratie en de nazorg is niet goed geregeld bij de gesloten jeugdzorg.”
Uit onderzoek van Verweij-Jonker blijkt dat het, over het algemeen, goed gaat met jongeren na de gesloten jeugdzorg. Dat komt overigens niet komt dóór die jeugdzorg, blijkt uit het onderzoek. Wat is uw verklaring daarvoor?
“Jongeren zijn heel veerkrachtig. Ze willen door met hun leven, die vervelende ervaring achter zich laten. Toch zien we ook jongeren die hun hele leven last houden van de tijd die zij doorbrachten in de gesloten jeugdzorg. In onze campagne laten we Jason en Nienke aan het woord. Het gaat inmiddels goed met ze, maar tegelijkertijd vertellen ze ook dat ze nog steeds last hebben van trauma’s en issues uit de periode die zij doorbrachten in de gesloten jeugdzorg. Over Jason is een documentaire gemaakt. Hij vertelt daarin dat de rechter bepaalde dat hij naar de gesloten jeugdzorg moest, dat politiemannen hem kwamen halen en dat hij eenmaal binnen nauwelijks hulp kreeg. Dat voelde voor hem alsof hij het niet waard was om betere hulp te krijgen. Dat gaf een knauw aan zijn zelfvertrouwen, waar hij nog steeds last van heeft.”
“We spreken ook jongeren die net uit de gesloten jeugdzorg komen en daarnaartoe terug willen. Die geslotenheid, die structuur, ze kennen niet anders. Dan voelt het heel beangstigend om weer te dealen met het normale leven. Kleine dingen kunnen ze heel onzeker maken. Bovendien ervaren ze dat vrienden en familie door zijn gegaan met hun leven, hun studie, voor hen geldt dat niet. Dat maakt re-integratie ingewikkeld.”
De FNV sloeg onlangs alarm over de onderbezetting in de gesloten jeugdzorg. Is dat herkenbaar en wat betekent dat voor de kinderen en de hulpverleners?
“De meeste hulpverleners doen ongelooflijk hun best. Maar ze staan – wat mij betreft- voor een onmogelijke opdracht. Kinderen die heel veel hebben meegemaakt en waarvan de autonomie wordt ontnomen in hun puberteit, moeten zij met dwang en drang zorgen dat ze weer kunnen deel gaan nemen aan het normale leven. Daarnaast zijn ze vaak onderbezet, werken ze met tijdelijke uitzendkrachten en ontbreekt de tijd om aandacht te geven aan de kinderen die het zo hard nodig hebben.”
“De meeste hulpverleners zijn gedreven om hun best te doen. Niemand gaat de jeugdhulp in om kinderen die het zo zwaar hebben in isolatie op te sluiten. Hen treft geen blaam. Een goede hulpverlener kan wel een verschil maken voor een jongere. Vooral als ze tijd maken, aandacht hebben voor het probleem en de jongeren zien en ook vertrouwen. Even een arm om iemand heen slaan. Daarvoor moeten hulpverleners soms buiten hun boekje gaan. Dat laatste toont voor mij ook aan dat we de jeugdzorg totaal anders moeten inrichten. ”
Wat moet er veranderen?
“De overheid moet zo snel mogelijk stoppen met de gesloten jeugdzorg. Jeugdhulp moet veranderen in gezinshulp. Kinderen en gezinnen moeten weer gehoord, gezien en gesteund worden. Dat klinkt groot en vaag, maar het begint met een fijne en stabiele plek waar kinderen kunnen wonen. Meestal is dat thuis en – als dat nodig is – mét hulp voor het hele gezin. Als thuis blijven echt niet mogelijk is, dan moet het kind terecht kunnen op een fijne, stabiele plek in de wijk. In de buurt van de eigen ouders, zodat die zoveel mogelijk betrokken kunnen blijven. Maar ook zodat het kind op de de eigen school en sportclub kan blijven. Dat noemen we de kracht van het normale leven.”
“In Amsterdam werkt Levvel al op deze manier. De gesloten jeugdzorginstelling De Koppeling wordt daar in juni gesloten en de kinderen worden opgevangen in kleinschalige woonvoorzieningen in de wijk. Daar zie je dat het aantal incidenten enorm afneemt. Zo’n kleinschalige woonvorm is niet alleen een alternatief voor de gesloten jeugdzorg, het voorkomt ook dat opsluiting nog nodig is. Stichting Het Vergeten Kind doet zelf ook ervaring op met kleinschalige woonvoorziening Heppie (t) Huis in Geldrop Mierlo. Acht kinderen wonen daar in de wijk, in de buurt van hun ouders en worden opgevangen door een vast team. Met jeugdzorgorganisaties en gemeenten praten we over de ervaringen die we hierbij opdoen. Zo hopen we hen te inspireren.”
Tegelijkertijd wil het ministerie 0,5 miljard euro bezuinigen op de jeugdzorg. Is er dan wel geld voor dit plan?
“Ik hoop echt dat die bezuiniging van tafel gaat. De manier van werken die wij voor ogen hebben, zal uiteindelijk goedkoper zijn, maar om te veranderen is een investering nodig. Kleinschalige woonvoorzieningen moeten worden opgericht, hulpverleners opgeleid, enzovoort.”
BGZJ (de branchevereniging voor de jeugdzorg) laat in een reactie op jullie petitie weten afspraken te maken om het aantal plaatsingen en het aantal gedwongen afzonderingen in de gesloten jeugdzorg te verminderen. Wat vinden jullie daarvan?
“Er wordt inderdaad gewerkt aan verbetering, maar dat gaat nog niet snel en niet fundamenteel genoeg. De branche stelt als het ware voor om de jeugdzorg te verbeteren van een 3 naar een 5. Wij willen naar een 7, maar daarvoor moet de jeugdzorg echt anders georganiseerd worden zodat de gesloten jeugdzorg overbodig wordt.”
Door: Nationale Zorggids / Marjolein Kooyman