
Zorginstellingen wijzen complexe GGZ-cliënten af: “Mijn zoon kan nergens terecht”
Sonja (57) is al ruim een jaar op zoek naar een geschikte woonplek voor haar zoon Bram* (27), waar hij de juiste geestelijke gezondheidszorg (GGZ) kan krijgen. Keer op keer krijgt ze te horen dat hij te complex is. De Wet Langdurige Zorg (Wlz) zou het vinden van passende zorg moeten vergemakkelijken, maar in de praktijk blijkt het tegenovergestelde. Niet alleen ouders zoals Sonja, maar ook cliëntondersteuners, onderzoekers en organisaties zoals het Leger des Heils signaleren grote knelpunten. Dit meldt KRO-NCRV Pointer.
Thuis wonen als enige optie
Sinds begin 2024 woont Bram weer bij zijn moeder. Hij kampt met autisme, ADHD, depressie en een verslaving. Zijn problemen leidden ertoe dat hij zijn huurwoning verloor, en zonder afgerond behandelingstraject mag hij niet zelfstandig huren. Sonja heeft inmiddels een Wlz-aanvraag lopen, maar twijfelt of dit de juiste oplossing is. “Ik wil hem een normaal leven gunnen, maar hij redt het niet alleen,” legt ze uit.
Hoge instroom in Wlz-GGZ
De Wet Langdurige Zorg werd in 2021 ingevoerd om langdurige zorg voor mensen met ernstige psychische problemen beter te regelen. De kosten hiervoor bleken echter veel hoger dan verwacht: er werd een miljard euro meer uitgegeven dan oorspronkelijk begroot. Onderzoeker Jan Berndsen, die in 2024 de instroom in de Wlz-GGZ onderzocht, stelt dat de regeling bedoeld was voor mensen met de hoogste zorgbehoefte. In de praktijk bleek echter dat veel meer cliënten een indicatie kregen dan vooraf ingeschat. “We verwachtten 12.000 cliënten, maar inmiddels staat de teller op 35.000,” aldus Berndsen.
Zorginstellingen vermijden complexe gevallen
Volgens Berndsen mijden zorginstellingen de meest complexe cliënten, omdat deze intensieve begeleiding nodig hebben en daardoor financieel minder aantrekkelijk zijn. Het werk met deze groep is bovendien zwaar en vergt veel van zorgverleners. “Lichtere gevallen zijn makkelijker te begeleiden en brengen minder risico’s met zich mee,” verklaart hij.
Een rondgang onder 22 cliëntondersteuners bevestigt dat cliënten soms geweigerd worden vanwege hun complexe problematiek. Anitha Bredewold, een van de cliëntondersteuners, ziet dat dit tot schrijnende situaties leidt. Zo heeft een van haar cliënten, die net een verslavingskliniek had verlaten, geen geschikte vervolgplek gevonden. De enige opties waren blijven in de kliniek of een Beschermd Wonen-locatie zonder de juiste begeleiding, met het risico opnieuw in de verslaving te belanden.
Onterechte opvang in daklozenvoorzieningen
Het Leger des Heils merkt dat veel mensen met een Wlz-GGZ-indicatie zich melden bij de daklozenopvang, terwijl dit niet de juiste plek voor hen is. Deze groep kampt vaak met meervoudige problematiek, zoals een combinatie van verslaving en gedragsstoornissen. Esmé Wiegman, regiodirecteur van het Leger des Heils in Noordoost-Nederland, ziet het probleem groeien. In Friesland hebben ze inmiddels een speciale opvanglocatie opgezet waar mensen met een GGZ-indicatie terechtkunnen. “Er woont hier iemand die 35 jaar dakloos was. Nu heeft hij eindelijk een stabiele plek met begeleiding,” vertelt Wiegman.
Een definitief stempel op psychische klachten?
Berndsen erkent dat de Wlz in sommige gevallen terecht wordt toegekend, maar maakt zich zorgen over de gevolgen voor mensen met een lichtere zorgvraag. “Een Wlz-indicatie impliceert dat iemand niet meer kan herstellen, terwijl er in de psychiatrie vaak nog wel ruimte voor verbetering is. Dit kan herstelgerichte zorg juist belemmeren,” stelt hij.
Stichting MIND, een organisatie die opkomt voor mensen met psychische problemen, pleit daarom voor meer flexibiliteit bij het toekennen van zorg. In plaats van een levenslange indicatie zou periodieke herbeoordeling beter zijn. “Het is moeilijk om te bepalen of psychiatrische klachten blijvend zijn. Je moet daarom regelmatig kijken of de geboden zorg nog passend is.”
Toekomstplannen van het ministerie
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport laat weten samen met betrokken organisaties te werken aan een plan om de zorg beter af te stemmen op de behoeften van deze groep. Dit voorjaar wordt een werkagenda gepresenteerd aan de Tweede Kamer, waarin maatregelen worden voorgesteld om de zorgwetten beter op elkaar te laten aansluiten.
Hoop op een stabiele toekomst
Sonja hoopt dat er snel een plek voor haar zoon komt waar hij de zorg en begeleiding krijgt die hij nodig heeft. “Hij moet ergens kunnen wonen zonder het risico direct weer op straat te belanden als hij een fout maakt,” zegt ze. Ondanks haar inspanningen blijft de zoektocht moeizaam. “Ik blijf hopen op een oplossing, maar eerst zien, dan geloven.”
*Bram is een gefingeerde naam. De echte naam is bij de redactie van KRO-NCRV Pointer bekend.