Tweede Kamer: ‘Gebruik taser in de ggz is omstreden’

Psychiatrische patiënten kunnen soms erg agressief en gevaarlijk zijn, voor hun omgeving én voor zichzelf. Mag de politie dan een taser gebruiken? De Kamer bespreekt dit dilemma met minister Schippers van Volksgezondheid en Blok van Veiligheid en Justitie. Dit meldt Tweede Kamer.

Voor medewerkers in de psychiatrie is het niet altijd mogelijk een agressieve en gevaarlijke patiënt in bedwang te krijgen. Als zij het niet aankunnen, roepen zij soms de politie erbij. In een instelling voor geestelijke gezondheidszorg (ggz) in Capelle aan den IJssel heeft de politie ingegrepen toen het personeel een patiënt niet onder controle kreeg. De politie heeft toen een stroomstootwapen, een taser, gebruikt.

Psychiatrische patiënten zijn kwetsbaar, zegt Ellemeet (GroenLinks). Daarom wil zij niet dat er een taser tegen hen wordt gebruikt. Ook Diertens (D66) merkt op dat ggz-patiënten vatbaarder zijn voor trauma’s en wil de tasers voorlopig niet gebruiken in de ggz. Mensen met een psychiatrisch ziektebeeld kunnen inderdaad heel agressief zijn, zegt Van Dam (CDA). Maar een taser hoort volgens hem niet binnen de muren van een ggz-instelling. Hij vindt dat patiënten met andere middelen geneutraliseerd moeten worden. Hoewel Kooiman (SP) kritisch is over de inzet van de taser, ziet zij in dat er toch situaties zijn waarin het een oplossing is.

Minister Schippers benadrukt dat er soms echt een situatie van overmacht kan ontstaan. Het gebruik van een taser moet echt een “last resort” zijn, maar ze wil ook aan de veiligheid van het personeel en de patiënten zelf denken. De politie gebruikt het stroomstootwapen in een pilot. Juist omdat het gebruik van het wapen nog in de pilotfase zit, willen Ellemeet, Diertens en Van Dam de taser weren uit de ggz. Maar El Yassini (VVD) vindt dat de Kamer de pilot niet moet doorkruisen op basis van het incident in Capelle aan den IJssel.

Minister Blok stelt dat agenten uiterst terughoudend zijn met het gebruik van geweld, maar dat het soms nodig is. Met het stroomstootwapen heeft de politie naar zijn inschatting een “proportioneel instrument” tussen de wapenstok en het pistool in. De pilot moet duidelijk maken of dit echt zo is. De Kamer stemt op 10 oktober over de ingediende motie.