Ggz-aanbieder BreinPoli wilde via het College van Beroep voor het bedrijfsleven een contract afdwingen bij CZ, maar stuitte op weerstand van de rechter. De Nederlandse Zorgautoriteit die door BreinPoli is gevraagd om CZ aan heer zorgplicht te herinneren, mag dergelijke individuele gevallen helemaal niet oplossen. Daarom raadt advocaat gezondheidszorg Bas van Schelven het ongecontracteerde zorgaanbieders ook af om een zorgcontract te eisen bij de NZa. Dit meldt Skipr.
CZ zou volgens de BreinPoli onterecht geen contract hebben afgesloten voor haar complexe ggz en daarmee niet voldoen aan haar zorgplicht. Daarom vroeg de aanbieder de NZa om in te grijpen op grond van de Zorgverzekeringswet. De NZa is toezichthouder op deze wet. BreinPoli, een gespecialiseerde ggz-aanbieder voor patiënten met psychische stoornissen bij niet-aangeboren hersenletsel (NAH), wilde volgens de zorgautoriteit een contracteerverplichting voor CZ, maar daartoe is deze niet bevoegd op individueel niveau. Problemen met zorgcontracten zouden via de burgerlijke rechter geregeld moeten worden, vindt ook het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb).
“De stelling van BreinPoli dat de zorg die zij levert innovatief is en uniek in zijn soort, zodat CZ deze zorg moet inkopen om aan haar zorgplicht te voldoen, kan niet leiden tot gegrondverklaring van het beroep”, aldus de rechter.
Burgerlijke rechter
Zorgaanbieders kunnen wel degelijk een contract afdwingen, stelt Van Schelven, maar niet via de NZa. Via de burgerlijke rechter kan dat wel en kunnen instellingen stellen dat de redelijkheid en billijkheid van een zorgverzekeraar eisen dat zij een aanbieder contracteren. Startende zorgaanbieders – zoals de BreinPoli – zullen hierin echter minder succesvol zijn dan aanbieders die voorheen altijd een contract hadden en hun bedrijfsvoering daarop hadden aangepast.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky