‘Traumatiserend regime’ de norm bij ggz-instelling Parnassia
Het Centrum Intensieve Behandeling (CIB) in Den Haag, een locatie van ggz-instelling Parnassia, is voor veel mensen met ernstige psychische klachten een laatste redmiddel. Echter, volgens een onderzoek van het AD lopen cliënten vaak meer schade op dan dat ze geholpen worden. Dit blijkt uit gesprekken met vier (ex-)cliënten en zes ouders van andere cliënten, zo meldt LINDA.
Het CIB vangt mensen op uit het hele land met ernstige psychiatrische problemen, vaak als hun behandeling elders is vastgelopen. Dit betreft vaak suïcidale personen en/of mensen die zichzelf beschadigen, met een nadruk op jonge vrouwen. De behandelvisie van het CIB houdt in dat er geen één-op-één begeleiding wordt gegeven, omdat dit in eerdere behandelingen niet succesvol bleek, aldus psychiater en directeur zorg Arlette van Amerongen.
Behandeling en straffen
De mensen die met het AD spraken, stellen echter dat er nauwelijks sprake is van behandeling in de instelling. In plaats daarvan worden cliënten regelmatig gestraft, bijvoorbeeld door hen veelvuldig in een isoleercel te plaatsen met alleen een matras op de grond. Voor meerdere cliënten is het verblijf in het CIB traumatiserend geweest. Een moeder vertelt zelfs dat haar dochter na de behandeling een einde aan haar leven maakte.
Traumatiseerde ervaringen
Een tiental ouders heeft zich verenigd en klachten ingediend bij zowel Parnassia zelf als de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Een moeder vertelt dat haar dochter meer dan zeven maanden aaneengesloten in de isoleercel zat, met slechts twee keer per dag een kwartier buiten de cel. “Het was gewoon een cel. Ze zat alleen met haar emoties, durfde niet op de rode knop te drukken omdat ze nooit wist of personeel zou snauwen, schreeuwen of haar zou negeren. Als ze geluk had kreeg ze een half uurtje per dag therapie,” aldus de moeder.
Volgens deze moeder was er geen middenweg: “Of je werd op je kamer opgesloten, of in de isoleercel gesepareerd, of je kreeg eigen verantwoordelijkheid en er werd niet naar je omgekeken. Er was nauwelijks begeleiding. Als iemand zat te huilen op de afdeling, mocht je als patiënt de ander niet troosten. Maar een zorgmedewerker deed het ook niet. Ze moesten met hun eigen emoties leren omgaan.”
Onderzoek door IGJ
De IGJ doet momenteel onderzoek naar de situatie bij het CIB. Ondertussen blijven ouders en voormalige cliënten aandringen op betere behandeling en begeleiding binnen de instelling. De verhalen van de betrokkenen wijzen op een urgente noodzaak tot verbetering in de zorgpraktijken en de behandeling van kwetsbare patiënten binnen het CIB.
Door: Nationale Zorggids / Fleur Zomer