Onderzoek naar Amsterdammers met EPA in de wijk

De GGD Amsterdam heeft onderzocht hoe het met Amsterdammers met een ernstige psychische aandoening (EPA) en hun naasten gaat. Hierbij richtten de onderzoekers zich op drie speerpunten: persoonlijk en maatschappelijk herstel, het zorgkader en de zorgbehoefte en ondersteuning door en behoeften van naasten. Wat daarbij de verschillen tussen buurten, woonvormen en ontwikkelingen over de tijd zijn, is per uitkomst bekeken. Dit meldt GGD Amsterdam. 

Amsterdam kent tussen de 10.500 en 13.000 volwassenen met een EPA, zoals een psychotische stoornis, ernstige depressie of schizofrenie. Zij hebben langdurige zorg nodig en vaak problemen op meerdere vlakken in hun leven. De laatste jaren is hulp voor hen steeds vaker ambulant, dus meer thuis of in de buurt.

Vaak eenzaam

Uit het onderzoek onder bijna zevenhonderd Amsterdammers met een EPA en dertig naasten blijkt dat deze groep psychische patiënten zich nog altijd vaak eenzaam voelt en last heeft van stigma en discriminatie. Ze zijn relatief vaak slachtoffer van een delict of misdrijf en ervaren onveilige gevoelens thuis en in hun wijk.

Middelengebruik

Ook hebben ze veel lichamelijke klachten en een hoog gebruik van nicotine, alcohol of cannabis.
Omdat het aantal bedden in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) is afgebouwd en er personeelstekorten zijn, kan dat leiden tot risico’s voor de continuïteit van de zorg. Ook is er een hoger risico op escalatie.

Maatwerk

De onderzoekers pleiten voor meer maatwerk en meer aandacht voor de gezondheid van naasten van mensen met een EPA. Dat moet vanuit de ggz, maar ook vanuit de eerstelijnszorg, het sociaal domein, de gemeente Amsterdam en andere hulpverleningsinstanties.

Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky