De verdachte zat vanwege ernstige schizofrenie in de kliniek, maar kreeg mogelijk niet de juiste dosering medicijnen. Op de dag van het dodelijke incident waren er al incidenten met de 33-jarige, waarbij hij zich agressief gedroeg richting andere medebewoners en een vrijwilliger sloeg. Op de buitenplaats trapt hij rond 18.00 uur het slachtoffer van een stoel. Na het breken van zijn nek, kon hij niet meer bewegen. De hulpdiensten werden ingeschakeld, maar expliciet niet de politie. Uiteindelijk blijkt het slachtoffer een dwarslaesie te hebben, waardoor hij niet meer zelfstandig kon ademen. Behandeling van het slachtoffer werd de volgende dag al beëindigd, omdat zeker was dat hij het niet zou overleven.

Fouten bij eerste hulp

Na het stopzetten van de behandeling, werd de politie gebeld. Uit meerdere getuigenverklaringen blijkt dat de verdachte het slachtoffer meerdere keren hard had getrapt. Ook blijkt uit politieonderzoek dat er fouten zijn gemaakt bij het verlenen van eerste hulp. Zo probeerden medewerkers van de kliniek de bewoner in een stabiele zijligging te krijgen, maar slaagden zij daar niet in.

Deels of volledig ontoerekeningsvatbaar 

De dader is naar het Pieter Baan Centrum gestuurd voor psychiatrisch onderzoek, maar weigerde medewerking. Na onderzoek in de cel concluderen deskundigen dat hij anderen wantrouwt, vooral wanneer hij grenzen opgelegd krijgt. Zijn stoornissen speelden tijdens het incident een rol, maar onduidelijk is in welke mate. De man is verminderd toerekeningsvatbaar verklaard. Daarom eist het Openbaar Ministerie naast een celstraf ook tbs met dwangverpleging. Zijn advocaat vindt dat hij volledig ontoerekeningsvatbaar is en dat de celstraf daarom achterwege moet blijven.

Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky