Langdurige psychische problemen onder nabestaanden van moord en doodslag komen vaak voor. Zij hebben hier vijf keer zoveel risico op als nabestaanden van iemand die een natuurlijke dood is gestorven. Maar de juiste hulp blijft uit. Als het aan Slachtofferhulp Nederland ligt, worden de problemen onder deze groep mensen beter herkend en krijgen ze een voorrangsbehandeling. Nabestaanden zouden ook meer dagen rouwverlof moeten krijgen. Dit meldt Algemeen Dagblad.
Een op de twee nabestaanden van moord en doodslag kampt met een persisterende rouwstoornis, die het leven flink kan ontwrichten. Afgelopen zomer is deze stoornis officieel erkend, maar er wordt nog nauwelijks naar gehandeld, stelt Slachtofferhulp Nederland.
Voorrang voor deze groep patiënten
“Nabestaanden komen, bijvoorbeeld in hun werk, in heel ingewikkeld situaties terecht waarbij de werkgever vervelend gaat doen en hun baan op de tocht staat. Slachtoffers moeten zicht voortdurend verdedigen en voelen zich een tweede keer slachtoffer”, zegt bestuursvoorzitter Rosa Jansen van Slachtofferhulp Nederland. Haar organisatie stuurt deze week een brief naar verenigingen van de ggz, huisartsen en bedrijfsartsen om dit probleem aan te kaarten en ervoor te zorgen dat deze groep nabestaanden voorrang krijgt in de zorg.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky