Sociologen Carlijn Bussemakers en Gerbert Kraaykamp van de Radboud Universiteit Nijmegen analyseerden de schoolcarrière van meer dan 5700 jongvolwassenen. Hierbij keken ze naar verschillende heftige levensgebeurtenissen, zoals scheiding, kindermishandeling en het overlijden van een van de ouders.

 

De verwachting van de onderzoekers was dat kinderen uit kwetsbare gezinnen meer last zouden hebben van de scheiding, maar het tegenovergestelde bleek waar. Juist voor kinderen uit hoogopgeleide gezinnen had de scheiding meer impact, wat zich uitte in een lager schoolniveau dan verwacht. De onderzoekers vermoeden dat dit komt doordat de kinderen na de scheiding minder in hun ontwikkeling gestimuleerd werden, zoals voorlezen en museumbezoek. Alleenstaande ouders hebben vaak minder tijd.  

 

Aan het einde van hun schoolcarrière blijken veel kinderen lager te hebben gepresteerd dan vergelijkbare jongeren die geen heftige levensgebeurtenis hebben meegemaakt. Het maakt niet uit hoe oud de kinderen waren ten tijde van de scheiding. Bussemakers: “Een scheiding zorgt op het moment zelf voor minder motivatie en concentratieproblemen op school. Maar nu blijkt dat er ook grote gevolgen zijn voor de lange termijn.”