19 mei 2014 om 12:28
< 1 min lezen
War for Wajong: onvoldoende Wajongers voor de Participatiewet
Voor het onderzoek bekeek het bureau twee aspecten. In eerste instantie gingen ze na hoe Wajongers te typeren zijn en daarnaast keken ze naar wat hen beweegt in hun werkzaamheden. De Wajongers, zo stelt het bureau, zijn onder te verdelen in vijf categorieën:
Type 1
Dit is de groep Wajongers die het meest interessant zijn voor werkgevers. Het grootste gedeelte van deze groep is al werkzaam. 36.000 Wajongers zijn gecategoriseerd als type 1 Wajongers.
Type 2
60.000 Wajongers zijn te karakteriseren als type 2. Kenmerkend voor deze groep is het hebben van een autistische beperking.
Type 3
43.000 Wajongers vallen onder type 3 Wajongers. Een groot deel van dit type dat werkzaam is, werkt op sociale werkplaatsen.
Type 4
Deze Wajongers zijn overwegend niet geschikt voor regulier werk omdat zij een zware verstandelijke handicap hebben. Deze groep telt 53.000 Wajongers.
Type 5
47.000 Wajongers zijn te karakteriseren als type 5. Door zware psychische ziektebeelden zijn zij niet instaat om te werken bij een reguliere werkgever.
In totaal zijn er 240.000 jonggehandicapten in Nederland. 100.000 Wajongers zijn niet geschikt voor regulier werk, zo concludeert het bureau naar aanleiding van de resultaten. Dit zijn de jonggehandicapten die in de categorieën type 4 en 5 vallen.
De categorieën type 1, 2 en 3 tellen samen 140.000 Wajongers. Van deze groep zijn bijna 60.000 mensen al voorzien van een baan. Dit houdt in, zo concludeert de Intelligence Group, dat bij een participatie van 100% 80.000 Wajongers beschikbaar zijn voor de Participatiewet. En dat terwijl het plan is om 125.000 banen te creëren.
Daarnaast, zo stelt het rapport, is in dit cijfer nog niet eens de bereidheid van Wajongers om te werken in ogenschouw genomen. “Bij een onwaarschijnlijk hoge bereidheid van 80% zou dit een potentieel van 64.000 Wajongers betekenen. Het lijkt erop dat de Participatiewet een numerieke exercitie is over de doelgroep, zonder dat er daadwerkelijk gesproken is met de doelgroep,” aldus Geert-Jan Waasdorp, directeur Intelligence Group
© Nationale Zorggids