Patiënten die lijden aan de eetstoornis anorexia nervosa hebben een groter brein dan mensen zonder de aandoening. Mogelijk is dat de reden dat anorexiapatiënten in staat zijn zichzelf uit te hongeren. Dit meldt Gezondheidsnet.
Onderzoekers van de University of Colorado bekeken MRI-scans van de hersenen van negentien meisjes met anorexia en vergeleken deze met hersenscans van 22 gezonde jongeren. Hetzelfde onderzoek werd uitgevoerd bij volwassenen met anorexia en een gezonde controlegroep. In beide leeftijdscategorieën bleken de anorexiapatiënten een grotere orbifrontale cortex en insula te hebben.
De insula is een gebied in de hersenen dat actief wordt wanneer we voedsel proeven maar heeft ook te maken met hoe iemand zijn lichaam ziet. Mogelijk draagt een grotere insula bij aan het idee dik te zijn terwijl er juist sprake is van ondergewicht. De orbifrontale cortex geeft het signaal van een verzadigd gevoel door na het eten van voedsel. Vermoedelijk zorgt een grotere orbifrontale cortex ervoor dat anorexiapatiënten sneller stoppen met eten.
Volgens hoofdonderzoeker Guido Frank worden eetstoornissen vaak uitgelokt door de omgeving maar zijn er waarschijnlijk ook biologische mechanismen die bepalen of een individu anorexia nervosa ontwikkelt. De negatieve correlatie tussen smaakbeleving en de grotere orbifrontale cortex bij anorexiapatiënten is wellicht één van deze biologische mechanismen die mensen met anorexia ertoe aanzetten voedsel te vermijden. Mogelijk helpen de resultaten van het onderzoek om het risico op anorexia nervosa beter te voorspellen.
© Nationale Zorggids
