DEN HAAG(Novum) - Het kabinet moet opheldering geven over de Turkse mannen die zouden worden bedreigd vanwege hun poging om alsnog vervolging in te laten stellen tegen Joris Demmink, die met kindermisbruik in verband wordt gebracht. Het CDA heeft daarover vragen gesteld aan de ministers van Justitie Ivo Opstelten (VVD) en van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans (PvdA).
De CDA-Kamerleden Pieter Omtzigt en Peter Oskam willen weten of het klopt dat de mannen en hun familie in Turkije worden bedreigd, zoals hun advocaat Adèle van der Plas begin dit jaar stelde. En als het waar is, moet het kabinet stappen nemen om ervoor te zorgen dat dit niet meer gebeurt.
Osman B. en Mustafa Y. zouden in Turkije zijn bedreigd en geïntimideerd om af te zien van hun poging om via het gerechtshof in Den Haag alsnog vervolging van Demmink af te dwingen. Zij zeggen slachtoffer te zijn van Demmink. De twee zouden in de jaren negentig, toen zij 12 en 14 jaar waren, door de Turkse politie zijn geronseld, naar een hotelkamer zijn gebracht en door Demmink zijn verkracht.
Aangiften tegen de voormalige topambtenaar van justitie, waaronder die van de twee Turkse mannen, hebben tot nu toe nooit tot vervolging geleid. Justitie heeft eerder gezegd dat de aangiften over Demmink niet betrouwbaar zijn. Opstelten zei in dit verband dat er ‘geen begin van juistheid' is aan de beschuldigingen.
Daar is in elk geval het Republikeinse Congreslid Christopher Smith het niet mee eens. Hij vindt dat Nederland te weinig doet om de beschuldigingen van kindermisbruik te onderzoeken. Hij riep daarom op om het Internationaal Gerechtshof weg te halen uit Nederland. De geloofwaardigheid van het in Den Haag gevestigde hof wordt ondermijnd door de kwestie, stelde hij in een resolutie.
Omtzigt toonde zich eind december al ernstig verontrust over deze motie, waarin alle beschuldigingen tegen Demmink worden opgesomd. Oskam en hij eisen nu dat het kabinet ingaat op elke aantijging. Ook eisen zij dat de Nederlandse ambassadeur in Washington een brief schrijft aan een ander kritisch Congreslid, waarin hij erkent dat Nederland geen grondig onderzoek heeft gedaan naar de beschuldigingen.
Eerder liet ook de Raad voor Europa zich al uiterst kritisch uit over de manier waarop Nederland onderzoek heeft gedaan naar Demmink. De grootste partij van die raad uitte deze kritiek vorig jaar in vragen aan de 47 Europese ministers van buitenlandse zaken.