Groot deel lhbtiq+-jongeren voelt zich niet begrepen door hulpverleners ggz
Het is allang bekend dat lhbtiq+-jongeren meer psychische klachten hebben dat heterojongeren. De geestelijke gezondheidszorg gaat hier echter niet goed mee om, zegt belangenorganisatie Bi+ Nederland. Zo zouden de zorgmedewerkers in de ggz zich niet goed genoeg in deze groep in kunnen leven en niet over de juiste kennis beschikken. Als gevolg daarvan zoeken lhbtiq+-jongeren minder snel psychische hulp. Dat meldt NU.nl.
“Hulpverleners stellen vaak vragen vanuit een heteronormatief perspectief”, aldus kinder- en jeugdpsychiater Liza Sonneveld. “Als iemand zich niet als hetero identificeert, of daar twijfels over heeft, loopt het gesprek al snel stuk en zal de jongere hier niet snel zelf over beginnen.”
Niet begrepen
Volgens de belangenorganisatie Bi+ Nederland voelt een groot deel van de lhbtiq+-jongeren zich niet begrepen door ggz-medewerkers. Hulpverleners stellen de verkeerde vragen. Je moet bijvoorbeeld niet vragen of iemand een vriend of vriendin heeft (gehad), maar of iemand weleens verliefd is geweest.
Geluk
Als lhbtiq+-jongeren de juiste zorg krijgen, is dat omdat ze geluk hebben met de hulpverlener die ze krijgen toegewezen of omdat ze zelf assertief zijn. Zo zou een deel van de hulpvragers de hulpverlener ‘huiswerk’ meegeven om problemen voor te zijn.
Door: Nationale Zorggids