Uit een rapport van het VN-Comité Handicap blijkt dat Nederland niet genoeg doet voor een toegankelijke samenleving voor mensen met een beperking. Een belangrijk kritiekpunt zijn de grote verschillen tussen gemeenten. Movisie-onderzoeker Caroline Harnacke onderschrijft de kritieken van het Comité en vindt dat gemeenten alle zielen moeten bijzetten voor mensen met een beperking. Dit meldt Movisie.
Veel gemeenten zijn er al me aan de slag gegaan, maar toch heeft niet meer dan 53 procent van de gemeenten een (verplichte) Lokale Inclusie Agenda in ontwikkeling of uitvoering. Bijna de helft van de gemeenten heeft de zaken nog niet op orde, stelt Harnacke.
Ervaringskennis structurele plek geven
Voor gemeenten is het betrekken van ervaringsdeskundigen en hun organisaties een knelpunt, terwijl een succesvolle implementatie van het VN-Verdrag Handicap afhangt van hun inbreng. Volgens Harnacke is het nodig om ervaringskennis een structureel plekje te geven. “Het continue proces van ervaringen ophalen, verzamelen, vertalen en weer terugkoppelen, kan zorgen dat beleid steeds opnieuw getoetst wordt aan de mensen om wie het gaat.” Hierdoor nemen het draagvlak en de betrokkenheid toe, en is het beleid van betere kwaliteit en beter toepasbaar.
Sociale model van een beperking
Het sociale model van een beperking lijkt nog niet overal te zijn binnengekomen bij gemeenten, ondanks dat dit een centrale rol speelt in het verdrag. Een persoon is niet van zichzelf beperkt, legt Harnacke uit, een handicap ontstaat als een beperkte persoon problemen ervaart om deel te nemen aan de maatschappij. “Een simpel voorbeeld: het is niet de rolstoel die maakt dat iemand een gebouw niet binnen kan, maar de trappen bij de ingang. Wetgeving en beleid moet vanuit dit mensbeeld worden gemaakt – samen met mensen met een beperking zelf.”
Door: Nationale Zorggids