Vrijspraak voor verzorger die minderjarig meisje met beperking zou hebben misbruikt

Een verzorger van een minderjarig meisje met meervoudige beperkingen is vrijgesproken van seksueel misbruik. Volgens de rechtbank zijn de verklaringen van het inmiddels 18-jarige meisje niet voldoende bewijslast. Dit meldt Rechtspraak.nl. 

Het meisje voor wie hij sinds haar tweede levensjaar zorgde als persoonlijk begeleider en fysiotherapeut, beschuldigde hem van seksueel misbruik. Zij zit in een rolstoel, heeft epilepsie, is spastisch en kan niet praten. Volgens een psycholoog zijn haar verklaring niet betrouwbaar genoeg en zijn ook de gesprekken met de spraakcomputer dat niet. Begeleiders hadden haar op allerlei manieren kunnen beïnvloeden bij wat er uit haar computer kwam. Volgens de experts waren haar begeleiders vooringenomen. En omdat de moeder van het meisje ervan overtuigd was dat haar dochter misbruikt was, lijkt de kans op beïnvloeding nog groter te zijn geweest.

Aangifte door moeder

Sinds 2019 maakt het meisje gebruik van een spraakcomputer, waarbij ze hulp nodig heeft van een begeleider. Die moet namelijk haar hoofd vasthouden, zodat zij haar ogen op het beeldscherm kan richten die pictogrammen moeten aanwijzen. Gesprekken die hieruit voortkwamen deden begeleiders vermoeden dat haar persoonlijk begeleider haar had misbruikt. Daarna verhoorde de politie haar en deed haar moeder aangifte tegen de man.

Gebrek aan wettig en overtuigend bewijs

De rechtbank is het met de expert eens dat haar verklaringen niet gezien kunnen worden als bewijslast, gezien de losse woorden die door het meisje zijn aangeduid via de spraakcomputer. Losse woorden als ‘penis in lichaam’, ‘viespeuk’, ‘hand in luier’ en ‘vagina’ zouden zijn gebruikt. Begeleiders die haar bij het gebruik van de computer helpen, bepalen bovendien grotendeels waar het gesprek over gaat. En dan moeten de antwoorden ook nog eens geïnterpreteerd worden door diezelfde begeleiders. Ook het politieverhoor heeft geen reden gegeven om de man een straf op te leggen, net als het feit dat er geen ander direct bewijs voorhanden ligt. Vanwege gebrek aan wettig en overtuigend bewijs, is de man daarom vrijgesproken. Begin juni vroeg het Openbaar Ministerie (OM) om vrijspraak om diezelfde reden.

Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky