Ieder(in) heeft samen met CP Nederland, DON, EMB Nederland, Per Saldo, Patiëntenfederatie Nederland en Spierziekten Nederland een hulpmiddelenmonitor. Hiermee kunnen we volgen of de verbeteringen zijn gerealiseerd die onder meer met gemeenten en leveranciers zijn afgesproken. Uit de binnengekomen meldingen in de periode april tot en met 25 juli 2022 komt een gemengd beeld naar voren. Een aantal afspraken is redelijk goed nagekomen, maar er zijn ook nog veel verbeterpunten. Dat meldt Ieder(in).
In de genoemde periode zijn ruim 320 meldingen binnengekomen. De meeste meldingen gaan over de gemeenten. Melders waarderen het contact met de gemeente gemiddeld met het cijfer 5,7 (op een schaal van 10) en 42 procent geeft een onvoldoende.
Veel mensen vinden dat de gemeente hen niet goed op de hoogte houdt van de aanvraag. Ook de lange doorlooptijd wordt veel genoemd. Soms leidt dat tot schrijnende situaties. Een citaat: “Ik heb onderhand drie verschillende personen gehad bij de gemeente en ben nu een jaar verder, mijn vrouw kan na een hersenbloeding helaas niet goed meer naar boven, hoop dat het nu dus wel opschiet.”
Veel gemeenten zwijgen over pgb
Verder valt op dat tweederde van de mensen die een aanvraag indienden, door de gemeente niet is verteld over de mogelijkheid van een persoonsgebonden budget (pgb), terwijl dit volgens de afspraken wel moet. Goed nieuws is wel, dat de verhuizing met een hulpmiddel naar een andere gemeente meestal goed verloopt.
70 procent is tevreden met hulpmiddel
Ook bij de levering van hulpmiddelen is het beeld gemengd. Tweederde vindt dat de leverancier in begrijpelijke taal informatie heeft gegeven. Positief is ook dat het advies van een ergotherapeut of een revalidatieteam voor een bepaald hulpmiddel in het merendeel van de gevallen is overgenomen. Aan de andere kant is rond de helft niet goed op de hoogte gehouden van de voortgang van de levering. Bijna de helft vindt dat de leverancier te lang wachtte met contact opnemen.
Over het uiteindelijk geleverde hulpmiddel is 70 procent tevreden en 30 procent had liever een ander of beter hulpmiddel gewild. De laatste groep noemt vaak dat het hulpmiddel – meestal een rolstoel – niet goed past, te zwaar is of mankementen vertoont.
Spoedreparaties vaak te laat
De meldingen tonen dat spoedoperaties vaak te laat worden uitgevoerd. Van de spoedreparaties is minder dan een kwart binnen de afgesproken 24 uur uitgevoerd. En 43 procent geeft aan dat de reparatie niet binnen 24 uur is uitgevoerd én dat zij niet goed op de hoogte gehouden zijn van de verwachte reparatietijd.
De uitkomsten van de monitor worden besproken met het ministerie van VWS, de gemeenten, leveranciers en andere betrokkenen. Ieder(in) zal er daarbij op aandringen dat de gemaakte afspraken beter worden nagekomen.
Door: Nationale Zorggids