Minister de Jonge van Volkshuisvesting heeft op 11 mei de nota ‘Een thuis voor iedereen’ gepubliceerd. Daarin staan maatregelen om kwetsbare groepen sneller aan een betaalbare woning te helpen. Ook mensen met een beperking of chronische ziekte worden in de nota genoemd. Ieder(in) staat achter de maatregelen die de minister voorstelt maar vindt ook dat hij de ambities voor toegankelijk bouwen verder moet aanscherpen.
Met het programma ‘Een thuis voor iedereen’ erkent minister de Jonge dat wonen een recht is voor iedereen. Hij zegt: “Iedereen verdient een thuis. Voor mensen die extra zorg en aandacht nodig hebben is het vaak lastig om een geschikte woning te vinden. Elke gemeente heeft de verantwoordelijkheid om haar eerlijke deel te nemen en te zorgen voor voldoende woningen voor deze groepen.”
Om voldoende betaalbare woningen te realiseren, moeten alle gemeenten minimaal 30 procent sociale huurwoningen in hun gemeente hebben. Verreweg de meeste gemeenten halen dit percentage nu nog niet. Een andere maatregel is de verplichting voor gemeenten om een woonzorgvisie op te stellen. De woonzorgvisie moet aangeven wat er nodig is om voldoende huisvesting en maatschappelijke ondersteuning te bieden en de juiste zorg te regelen.
Ook de huisvesting- of urgentieverordening voor gemeenten wordt verplicht. Met zo’n verordening gaan gemeenten met voorrang woningen toewijzen aan bijvoorbeeld dak- en thuisloze mensen, mensen die uitstromen uit intramurale (zorg)instellingen of detentie en mensen met een sociale of medische urgentie.
Aantal toegankelijke woningen moet toenemen
Uit een recente meldactie van Ieder(in) in samenwerking met de Woonbond kwam naar voren, dat er een groot tekort is aan toegankelijke woningen voor mensen met een beperking, in het bijzonder voor jongeren en voor gezinnen. Ieder(in) heeft bij de totstandkoming van het programma ‘Een thuis voor iedereen’ bepleit dat er ook meer toegankelijke, betaalbare woningen gebouwd worden. In de gemeentelijke woonzorgvisies, die verplicht worden, kunnen afspraken gemaakt worden over meer toegankelijke woningen. Er moet – met een monitor – wel goed gevolgd worden of dit daadwerkelijk gebeurt. En als dat niet het geval is, dan moet de minister een minimum percentage voor toegankelijke woningen vaststellen.
Ieder(in) heeft het ministerie gemeld dat ze betrokken willen blijven bij het programma. Want ook zij willen dat de huidige woningnood onder mensen met een beperking wordt opgelost met een thuis voor iedereen.
Door: Nationale Zorggids