Atlete Fleur Jong is favoriet voor paralympisch goud op het verspringen en de 100 meter. Ze is een van de boegbeelden van de Nederlandse equipe en mocht ook de vlag dragen tijdens de openingsceremonie van de Spelen in Tokio. "Die rol van favoriete vond ik aanvankelijk lastig, maar ik presteer al twee jaar lang zo goed, dat ik op mezelf kan vertrouwen. Ik beschouw het nu als een compliment", zegt de atlete aan de vooravond van haar eerste onderdeel, het verspringen.
"Zo vind ik het ook een compliment om als boegbeeld van de paralympische sport te fungeren. Voorop lopen met de vlag was een enorme eer en ik hoop heel erg dat wij als team met onze prestaties zo zichtbaar zijn, dat we mensen enthousiast maken en jongeren met een handicap motiveren te gaan sporten. Dat zou mij heel gelukkig maken", zegt Jong.
De 25-jarige atlete uit Amsterdam raakte in haar tienerjaren door een bacteriële infectie haar beide onderbenen kwijt. "Als 16-jarig gehandicapt meisje was ik heel erg bang, ik wist niet waar ik het moest zoeken en hoe mijn leven er nog uit zou zien. Als ik nu met mijn prestaties en geloof in eigen kunnen mensen kan inspireren, dan is de volgende kleine Fleur denk ik toch een stuk minder bang."
Echte paralympiër
Jong ziet al een duidelijke kentering in de benadering van de gehandicaptensport. "De afgelopen jaren hebben we het al niet meer over de vraag of paralympische sport wel topsport is, want dat is gewoon zo. Het maakt niet uit welk onderdeel je doet, het gaat nu over sportieve ambities, over gouden plakken en wereldrecords. Dat is een mooi en veel beter uitgangspunt."
Jong is houdster van het wereldrecord verspringen (6,09) en de 100 meter (12,64) in de klasse T64 en ze mikt in Tokio op goud op beide onderdelen. "Het liefst win je met een wereldrecord, maar dit zijn de Spelen en dan werkt het anders. Dan gaat het vooral om de plek. Bovendien was mijn voorbereiding niet fantastisch, ik moest vooral nog herstellen van kleine spierblessures. Maar als ik fit aan de start kom, kan ik vertrouwen op mijn niveau. Door het uitstel van de Spelen heb ik een jaar extra kunnen werken aan het verhogen van mijn niveau en dat is zeker gelukt. Ik ben veel stabieler geworden."
De atlete voelt zich een echte paralympiër. "Ik ambieer niet ooit tegen valide atletes uit te komen. De Paralympische Spelen zijn mijn strijdveld en daar ben ik trots op. Wel zoek ik in de trainingen steeds vaker de samenwerking met valide atleten. Dat helpt echt om beter te worden."
Door: ANP