Minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid stelt deze kabinetsperiode 55 miljoen euro beschikbaar voor het verbeteren van de cliëntondersteuning. Met dit geld moet duidelijk gemaakt worden wat de situatie van vraag en aanbod is binnen onafhankelijke cliëntondersteuning en het is de bedoeling dat deze vorm van ondersteuning meer bekendheid vergaart. Bovendien wil De Jonge duidelijk hebben wat de functie cliëntondersteuning precies inhoudt omdat gemeenten op dit moment niet weten waar hun verantwoordelijkheid begint en eindigt. Dat melden Binnenlands Bestuur en Zorgvisie.
In de eerste instantie krijgen veertien gemeenten een subsidie om de inhoud van cliëntondersteuning te verbeteren. “Waar cliëntondersteuning in de oorsprong zag op het met onafhankelijk advies bijstaan van mensen met een beperking in het contact met hun hulpverlener, is zowel de doelgroep als wat de cliëntondersteuner in de praktijk doet aanzienlijk verbreed”, schrijft De Jonge in een Kamerbrief.
Er is een kloof ontstaan tussen wat de cliëntondersteuner formeel doet en in werkelijkheid doet. In sommige gevallen is er meer sprake van een casusregisseur of zorgcoördinator. Omdat De Jonge wil voorkomen dat cliëntondersteuning te breed wordt ingezet, wil hij dat gemeenten teruggaan naar de essentie: het bijstaan van de cliënt bij het vergaren van informatie en het verkrijgen van advies en voorlichting bij een hulpvraag. Mensen hebben begeleiding nodig bij het begrijpen van het Nederlandse zorgstelsel.
De toegang is waar het begint, aldus De Jonge. Dat is de plek waar mensen met een hulpvraag terechtkunnen, zoals de huisarts, een school of het sociaal wijkteam. De medewerkers daar moeten weten dat onafhankelijke cliëntondersteuning gratis is voor mensen die hulp nodig hebben. Het is aan hem om de cliënt hiernaar door te verwijzen.
Veertien gemeenten krijgen ieder 2,7 miljoen euro voor het verbeteren van hun cliëntondersteuning. Dit zijn de zogenoemde koplopers. Van de ene gemeente wordt verwacht dat het werk aan meer bekendheid en van de ander wordt een toename in capaciteit verwacht.
Door: Redactie Nationale Zorggids