Veel zorginstellingen voor gehandicaptenzorg kampen met problemen in de nachtzorg. Vaak zijn er geen medewerkers aanwezig in de woning of woongroep van de cliënt zelf, en moet het aanwezige personeel voor een veel te volle groep cliënten zorgen verspreid over een groot terrein. Nieuwsuur deed al meerdere keren verslag van de nijpende situatie. Onderzoek van TNO bevestigt dat er onderbezetting is en niet altijd gekeken wordt naar de wensen van de cliënten. Dit meldt NOS.
Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) liet TNO onderzoek uitvoeren om te zien hoe het daadwerkelijk gesteld is met de nachtzorg in de gehandicaptensector. Daaruit blijkt dat nachtzorg vooral een vergeten onderdeel is, waarvoor geen of weinig aandacht is. “In sommige gevallen gaat letterlijk ‘de knop om’ bij de overgang van dagzorg naar nachtzorg en terug”, zo staat in het rapport.
Er gelden geen landelijke richtlijnen voor nachtzorg voor gehandicapten. Dat is volgens Frank Bluiminck, directeur van VGN, ook niet mogelijk omdat ieder persoon en iedere handicap weer om andere zorg vraagt. “Wij zien niet zo veel in een landelijke norm, maar veel meer in maatwerk per cliënt en een goed gemeenschappelijk geformuleerd doel”, aldus Bluiminck in Nieuwsuur.
Organisaties werken nu nog te veel als zelfstandige kleine entiteiten, terwijl de gehandicaptensector veel meer kan samenwerken. Dat gebeurt nu al deels door de nachtelijke monitoring van cliënten via camera’s in de verblijven. Zo kan gezien worden welke cliënt op dat moment hulp nodig heeft en kan de medewerker daar naartoe gaan. Echter is het door onderbezetting lastig om alle meldingen goed af te handelen en werken de personeelsleden vaak op grote terreinen. Hierdoor moeten zij lopend of met de fiets naar de betreffende cliënt toe, wat riskant is als er sprake is van acute problemen.
Door: Redactie Nationale Zorggids