Normal_brein_hersenen_still

Bij patiënten met Multiple Sclerose (MS) is een verhoogde hersenactiviteit te zien voordat zij cognitieve problemen ontwikkelen, zoals een slechter geheugen of problemen met aandacht of concentratie. Dat blijkt uit een onderzoek van neurowetenschapper Hanneke Hulst, die voor haar proefschrift MRI-scans van drie verschillende gebieden van de hersenen bestudeerde. Hulst promoveert op 19 november aan het VUmc.

MS is een ongeneeslijke aandoening van het centrale zenuwstelsel, en een van de meest voorkomende oorzaken van een lichamelijke handicap bij jongvolwassenen. Bij MS ontstaan er op meerdere plaatsen in de hersenen en het ruggenmerg ontstekingen. Bij de hersenziekte MS zijn fysieke klachten het meest bekend, maar cognitieve stoornissen als geheugen-, aandacht-, en concentratieproblemen komen ook vaak voor. Tot 70 procent van de patiënten krijgt er mee te maken. Hulst en haar collega’s deden onderzoek bij 85 mensen, waarvan 55 MS-patiënten en 30 gezonde vrijwilligers. Hulst richtte zich op veranderingen in hersenactiviteit die te zien zijn op MRI-scans en legde verbanden met de cognitieve problemen bij MS, die gemeten werden met de neuropsychologische tests.

De belangrijkste bevinding is dat veranderingen in hersenactiviteit al plaatsvinden vóórdat cognitieve problemen aanwezig zijn. De hersenen van mensen met MS zijn actiever dan die van gezonde proefpersonen. Hulst vermoedt dat deze extra hersenactiviteit compenseert voor beginnende cognitieve problemen, zoals geheugen-, aandacht-, en concentratiestoornissen. Bij mensen met MS mét cognitieve stoornissen vond Hulst juist een uitgebreide afname in hersenactiviteit, vooral in de hippocampus (belangrijk bij geheugen). Mogelijk ligt dat ten grondslag aan die cognitieve problemen. Naast de hippocampus bestudeerde Hulst nog twee structuren in de hersenen in detail: de thalamus (centrale kern in de hersenen, belangrijk voor algemene cognitie) en de dorsolaterale prefrontale cortex (belangrijk voor werkgeheugen). Zij keek naar anatomische afwijkingen op de MRI-scans, zoals hersenkrimp en afwijkende zenuwuitlopers, en ook naar functionele veranderingen, zoals hersenactiviteit en de ‘communicatie’ tussen verschillende hersenonderdelen (connectiviteit).

Cognitieve problemen worden door mensen met MS vaak ervaren als ernstiger en meer invaliderend beschouwd dan lichamelijke beperkingen. Dit komt omdat de laatste relatief goed gecompenseerd kunnen worden met hulpmiddelen, terwijl de cognitieve klachten (nog) niet kunnen worden behandeld. Cognitieve klachten bij MS zijn de grootste oorzaak voor arbeidsongeschiktheid. Meer inzicht in onderliggende mechanismen in de hersenen van mensen met MS kunnen een aanknopingspunt bieden voor toekomstige behandelingen.

© Nationale Zorggids